Geschiedenis van de archiefvormers en daarmee verbonden bedrijven
Geschiedenis van de archiefvormers en daarmee verbonden bedrijven
Inleiding
Inleiding
Het hoofdarchief is tot 1939 gevormd door de directie van NV GEM, vanaf 1939 door
de directie van HES en GEM NV. Het bevat behalve archieven van deze ondernemingen
ook archiefmateriaal van en over dochterondernemingen, overgenomen bedrijven en ondernemingen
waarin werd deelgenomen. Van de voornaamste bedrijven waarvan archiefmateriaal is
aangetroffen, volgt hieronder een korte geschiedenis, voor zover die te achterhalen
was en relevant kon worden geacht. De bedrijven zijn chronologisch gerangschikt op
jaar van overname of start van deelneming door GEM of HES.
Hoofdbedrijven
Hoofdbedrijven
NV Graan Elevator Maatschappij (1908-1939)
NV Graan Elevator Maatschappij (1908-1939)
Van 1904 tot 1908 werden in de Rotterdamse haven diverse elevatormaatschappijen opgericht.
Ze ondervonden veel weerstand van partijen die handmatige lossing en weging niet wilden
inruilen voor mechanisering. Op 26 februari 1908 richtten reders, cargadoors en stuwadoors
(aandelen A) en graanimporteurs, expediteurs en factors (aandelen B) een nieuwe onderneming
op: de NV Graan Elevator Maatschappij (GEM). Met elevators die betrouwbaar gewogen
graan konden leveren, wisten zij de overslag volledig in handen te krijgen. De arbeiders,
meters en wegers waren moegestreden en konden geen verzet van betekenis meer bieden.
In 1913 verliep al 96% van de graanoverslag via elevators, hoofdzakelijk rechtstreeks
naar binnenvaartschepen, voor de rest naar silo's aan de Maashaven.
Zie Ch.A. Cocheret, "Het elevator-bedrijf in de Rotterdamsche haven 1908-1933" (Rotterdam
1933) 110-144.
In 1939 wijzigde de NV GEM zijn naam in Haven en Scheepvaartbedrijven NV (HES) om
uitdrukking te geven aan de veelzijdigheid van de activiteiten en deelnemingen. HES
stond de vertrouwde naam GEM af aan de nieuw opgerichte exploitatiemaatschappij GEM
NV, die de vloten van de HES en de Onderlinge GEM kocht. HES en Onderlinge GEM gingen
verder als holdingmaatschappijen, met 542 respectievelijk 458 aandelen in de nieuwe
GEM NV.
Haven en Scheepvaartbedrijven NV (1940-2014)
Haven en Scheepvaartbedrijven NV (1940-2014)
NV Graan Elevator Maatschappij werd in 1940 voortgezet als houdstermaatschappij Haven
en Scheepvaartbedrijven NV (HES). De vertrouwde naam GEM werd afgestaan aan de nieuwe
exploitatiemaatschappij GEM NV. Beide bedrijven stonden onder dezelfde directie en
gebruikten het Elevatorhuis aan de Parklaan als hoofdkantoor. De eerste jaarlijkse
algemene vergadering van aandeelhouders van HES op 7 juni 1941 kon niet worden gehouden
in het Elevatorhuis, omdat een deel daarvan was gevorderd door de Wehrmacht. Er werd
daarom vergaderd 'ten kantore der met ons gelieerde NV Damco'.
HES ging deelnemen in talrijke bedrijven die zich richtten op logistieke diensten
in havens, met name overslag van droge bulkproducten. In 1985 verwierf HES een meerderheidsbelang
in Frans Swarttouw over, in 1991 gevolgd door overname van Interstevedoring. Deze
bedrijven werden in 1993 met GEM gefuseerd tot de nieuwe dochteronderneming European
Bulk Services (EBS).
In 1992 ging HES Beheer naar de beurs. De onderneming werd in 2014 overgenomen door
Hestya en van de beurs gehaald. In 2015 is de naam Hestya gewijzigd in HES International.
Het hoofdkantoor zit in 2023 aan het Weena te Rotterdam.
Graan Elevator Maatschappij NV (1940-1972), voortgezet als BV (1972-1993) (dochteronderneming)
Graan Elevator Maatschappij NV (1940-1972), voortgezet als BV (1972-1993) (dochteronderneming)
NV GEM werd in 1940 voortgezet als houdstermaatschappij HES NV. Deze richtte samen
met Onderlinge GEM een nieuwe exploitatiemaatschappij op onder de vertrouwde naam
GEM NV. HES bezat 542 aandelen, Onderlinge GEM 458. HES en Onderlinge GEM verkochten
hun vloten aan GEM.
De schaalvergroting in de bulkscheepvaart na de Tweede Wereldoorlog vereiste grotere
opslagcapaciteit. Rechtstreekse overslag op binnenschepen gaf te veel planningsproblemen
en tijdverlies. GEM opende in 1967 samen met de Graan Silo Maatschappij (GSM) een
nieuwe terminal voor op- en overslag in de Botlek, waar grotere schepen konden aanmeren.
De aandeelhouders HES en Onderlinge Belegging Maatschappij 'Elevator' vormden GEM
in 1973 om van NV in BV. Tegelijk richtten zij nog twee BV's op: HESOND en GEM Consulting
and Engineering, belast met onder meer nieuwbouw in de Chemiehaven, vijfde Botleklosser,
nieuwe drijvende elevators, Europoortinstallatie en nieuw kantoor. Deze drie werkmaatschappijen
werden in 1974 samen geplaatst onder Synchron BV.
In 1973 had GEM deelnemingen in silomaatschappijen (SEGMIJ, TGM Terneuzen en MRM Rouen),
transportbedrijven (Palte & Haentjens R'dam en Société de Transports Internationaux
en Vrac Luxemburg) en diervoeding (Trouw & Co A'dam).
De Europese landbouwpolitiek beperkte de import van graan om Europese boeren te beschermen.
HES Beheer besloot in 1993 tot een fusie van de GEM met het aandeel in Koninklijke
Frans Swartouw (deelneming vanaf 1985) en Interstevedoring (overgenomen in 1991).
Het nieuwe conglomeraat kreeg de naam European Bulk Services (EBS).
Dochterondernemingen, overgenomen bedrijven en deelnemingen
Dochterondernemingen, overgenomen bedrijven en deelnemingen
NV Corporatie van beëedigde wegers en meters 'De Volharding' (1907-1913; deelneming)
NV Corporatie van beëedigde wegers en meters 'De Volharding' (1907-1913; deelneming)
Meters en wegers van de zogenaamde Oude Corporatie weigerden om hun werk te doen op
schepen die per elevator werden gelost. Dit leidde tot grote problemen in de graaonoverslag.
Belanghebbenden bij de graanhandel zochten een oplossing in de oprichting van een
nieuwe, onafhankelijke corporatie. De eerste plannen dateren van 1905, maar het kwam
pas tot oprichting op 28 mei 1907 in de vorm van de NV Corporatie van beëedigde wegers
en meters 'De Volharding'. De oprichters waren D.L. Uyttenboogaart van Het Nederlandsche
Veem, dat de directie voerde over de Maatschappij tot Exploitatie van Drijvende Elevators,
en graanfactor W.J. Prins. Zij namen elk tien van de zestig aandelen à 1.000 gulden
voor hun rekening. Diverse cargadoors en stuwadoors voorzagen De Volharding van de
rest van het benodigde kapitaal. Binnen enkele maanden had De Volharding honderd mensen
in dienst. De lonen waren relatief hoog en de gehanteerde tarieven laag. Zo werd het
verzet van de Oude Corporatie gebroken en de gunst van de reders gewonnen, maar De
Volharding was wel een kostbare onderneming. De in 1908 opgerichte GEM had de aandelen
van de MEDE overgenomen en draaide steeds meer op voor de tekorten. GEM ging daarom
zelf wegers en meters opleiden en in dienst nemen. Toen duidelijk was dat de elevator
de strijd tegen het handwerk definitief had gewonnen en de tarieven omhoog konden,
kon GEM aansturen op liquidatie van De Volharding. Die kreeg na de nodige verwikkelingen
zijn beslag in 1913.
NV Maatschappij tot Exploitatie van Drijvende Elevators (1904-1908; overname 1908)
NV Maatschappij tot Exploitatie van Drijvende Elevators (1904-1908; overname 1908)
Eeuwenlang werd graan vervoerd in zakken, die met de hand werden gelost. Overslagbedrijf
NV Het Nederlandsche Veem gaf rond 1900 de aanzet tot mechanisering van dit arbeidsintensieve
proces. Het bouwde silo De Eersteling aan de Rijnhaven en richtte in 1904 samen met
vijf Rotterdamse cargadoorsbedrijven de Maatschappij tot Exploitatie van Drijvende
Elevators (MEDE) op. De directie werd gevoerd door Het Nederlandsche Veem. De in Duitsland
aangekochte elevators gaven echter problemen met het wegen van het graan, wat tot
onvrede bij de ontvangers leidde. Bovendien kreeg de maatschappij te maken met protesten
van werklieden, wegers en meters. Die voelden zich in hun bestaan bedreigd door de
inzet van elevators in de haven. Veel bedrijven die van hen afhankelijk waren, durfden
daarom niet in zee te gaan met de elevatormaatschappij. Dit noopte de MEDE tot het
aangaan van relatief ongunstige contracten om de nering gaande te houden. Op 1 december
1908 besloten de aandeelhouders de maatschappij te ontbinden. De liquidatie werd opgedragen
aan de directie, Het Nederlandsche Veem. De GEM name de elevators en de rest van de
inventaris over.
Ch.A. Cocheret, "Het elevator-bedrijf in de Rotterdamsche haven 1908-1933" (Rotterdam
1933) 22-115.
NV Onafhankelijke Graan-Elevator Maatschappij (1913-1920; deelneming)
NV Onafhankelijke Graan-Elevator Maatschappij (1913-1920; deelneming)
In 1910 richtte een Nederlands-Belgische combinatie de Independent Grain Elevator
Company op, met onder meer Frans Swarttouw in een hoofdrol. Het nieuwe type elevator
dat deze gebruikte, gebouwd door Werf Conrad te Haarlem, voldeed niet goed. In 1913
was de maatschappij gedwongen een overeenkomst te sluiten met GEM, vormgegeven in
de NV Onderlinge Graan Elevator Maatschappij. De partijen verplichtten zich om nieuwe
machines alleen via deze vennootschap in te kopen. Om de directie in staat te stellen
dit te doen, werd de Independent in november 1913 omgezet in de NV Onafhankelijke
Graan Elevator Maatschappij. Deelnemers waren GEM als onderneming, GEM-directeur Uyttenboogaart
en GEM-procuratiehouder Smalt jr. op persoonlijke titel, A.J.M. Goudriaan, koopman
te Rotterdam, Frans Swarttouw, The Antwerp Grainwork Company en de Rotterdamse Furness'
Scheepvaart- en Agentuur Maatschappij. Tot het ingebrachte kapitaal behoorden de zes
elevators van de Independent Grain Elevator Company.
In 1917 nam de Onafhankelijke GEM de machines over van een andere concurrent, de Nederlandsche
Elevator Maatschappij, die het mede door de oorlogsomstandigheden niet langer volhield.
Ze werden deels betaald in aandelen; de Nederlandsche Elevator Maatschappij bleef
daarom bestaan als houdstermaatschappij.
De Onafhankelijke GEM werd geliquideerd in 1920. Een deel van de machines werd verkocht,
de resterende gingen over naar de Onderlinge GEM.
Zie Ch.A. Cocheret, "Het elevator-bedrijf in de Rotterdamsche haven 1908-1933" (Rotterdam
1933) 123-125.
NV Onderlinge Graan Elevator Maatschappij (1913-1962), voortgezet als Onderlinge Belegging
Maatschappij 'Elevator' NV (1962-), en Onderlinge Graan Elevator Maatschappij NV (1962-)
(deelneming)
NV Onderlinge Graan Elevator Maatschappij (1913-1962), voortgezet als Onderlinge Belegging
Maatschappij 'Elevator' NV (1962-), en Onderlinge Graan Elevator Maatschappij NV (1962-)
(deelneming)
De Onderlinge Graan Elevator Maatschappij werd opgericht in 1913 door Independent
Grain Elevator Company en GEM. Independent gebruikte elevators van een type dat niet
goed voldeed en verloor de concurrentie. Partijen verplichtten zich om alleen nog
deugdelijke machines aan te schaffen, uitsluitend via Onderlinge GEM. Independent,
intussen omgedoopt tot Onafhankelijke Graan Elevator Maatschappij, werd in 1920 geliquideerd.
Een deel van de machines werd verkocht, de overige ondergebracht in Onderlinge GEM.
Per 1 januari 1940 droeg Onderlinge GEM haar elevatorbedrijf over aan de samen met
HES opgerichte GEM NV. Zij ging verder als holding company, met een belang van 458
van de 1000 aandelen in GEM NV.
In 1961 werd de doelstelling van Onderlinge GEM gewijzigd, van het exploiteren van
elevators in het deelnemen in haven- en scheepvaartbedrijven. De naam werd veranderd
in Onderlinge Belegging Maatschappij 'Elevator' NV, een zuivere effectenbeleggingsmaatschappij.
Tegelijk werd een dochtermaatschappij opgericht, Onderlinge Graan Elevator Maatschappij
NV, die zich uitsluitend bezighield met het sluiten van graanlossingscontracten.
De 'Elevator' gaf 3000 aandelen uit. In 1970 bezat HES er 1640, Nederlandse Elevator
Belegging Maatschappij 1000, Frans Swarttouw 182 en Furness 178. De 'Elevator' bezat
op zijn beurt aandelen in Onderlinge GEM (100%), GEM (45,8%), Graansilo Maatschappij
(25%), SEGMIJ (13,8%), Het Nederlandsche Veem (c. 25%) en de Nieuwe Beurs van Koophandel.
NV Centrale Graanfactorij (1916-1985; deelneming)
NV Centrale Graanfactorij (1916-1985; deelneming)
Een van de taken van een graanfactor was het bemonsteren van lading. Hierbij was vaak
sprake van misstanden, zoals het berekenen van te hoge tarieven en het nemen van onnodig
veel of grote monsters. GEM richtte met steun van expediteurs en factors in 1916 de
onafhankelijke NV Centrale Graanfactorij op, die tegen veel lagere tarieven werkte
en betrouwbaarheid garandeerde. GEM beloofde deze NV op te heffen zodra de factors
zich zelf aaneensloten tot een krachtige, gezonde onderneming. Door omstandigheden
bleef de Centrale Graanfactorij echter bestaan tot 1985, toen het werd geliquideerd.
NV Graansilo Maatschappij (1910-1972), voortgezet als BV (deelneming vanaf 1919, overname
1970)
NV Graansilo Maatschappij (1910-1972), voortgezet als BV (deelneming vanaf 1919, overname
1970)
De Rotterdamse Graansilo Maatschappij NV (GSM) is opgericht in 1910. Het bedrijf bouwde
aan de Maashaven de toentertijd grootste silo van Europa, bovendien het grootste gebouw
van gewapend beton in Nederland. In 1919 werden GEM en Internationale Controle-Maatschappij
(ICM), een dochteronderneming van Société Générale de Surveillance (SGS) te Genève,
aandeelhouders. In 1929 namen SGS 50% en GEM en Onderlinge GEM elk 25% van de aandelen
over. In 1939 werd het aandeel van GEM in GSM ondergebracht in HES. In 1942 overleed
directeur Schutter van GSM; GEM-directeuren, tevens GSM-commissarissen Gips en Smalt
werden benoemd tot waarnemend directeuren en ontvingen daarvoor maandelijks salaris.
Een van de problemen waar zij mee te maken kregen, was dat mede-aandeelhouder SGS
door de Duitsers werd aangemerkt als Joods bedrijf. De dreigende 'Veräusserung' van
het aandelenpakket, die ook HES en daarmee GEM in problemen zou brengen, konden zij
ternauwernood voorkomen.
In 1969 verkocht SGS haar 50% belang in GSM aan GEM. Een jaar later verkochten ook
HES en Onderlinge GEM hun aandelen aan GEM. Die was nu volledig eigenaar en ging per
1 januari 1971 de directie over GSM voeren. De administratie en het personeel van
GSM werden ondergebracht bij GEM, zodat GSM alleen nog vast vermogen bezat. In 1972
werd GSM NV omgezet in een BV.
De silo in de Maashaven werd in 1930 uitgebreid. Met zijn 65.000 ton was het opnieuw
de grootste graansilo van Europa. Verdere uitbreidingen, tot 90.000 ton, vonden plaats
in 1951-1952. In 1966 namen GEM en GSM samen een nieuwe terminal in Botlek in gebruik,
waar eind jaren '90 ook een nieuwe silo werd gebouwd. De reeds leegstaande Maassilo
werd in 2003 definitief buiten gebruik gesteld en ging na restauratie dienstdoen als
evenementenlocatie.
NV Nederlandsche Beleggingstrust (1928-1972), voortgezet als BV (dochteronderneming)
NV Nederlandsche Beleggingstrust (1928-1972), voortgezet als BV (dochteronderneming)
NV Nederlandsche Beleggingstrust (NBT) is in 1928 opgericht als financieringsdochteronderneming
van GEM, na 1939 van HES. Na statutenwijziging in 1960 droeg NBT al haar vorderingen
over aan HES. Omgekeerd droeg HES al haar aandelen exclusief deelnemingen over aan
NBT, die daarmee een zuivere effectenbeleggingsmaatschappij werd.
De jaarstukken van NBT werden vastgesteld en goedgekeurd in de vergaderingen van commissarissen
en aandeelhouders van GEM, na 1940 van HES. Zij bevinden zich dus in de desbetreffende
rubriek van dat archief.
SEGMIJ Silo-, Elevator- en Graanfactormaatschappij (1895-; deelneming vanaf 1931)
SEGMIJ Silo-, Elevator- en Graanfactormaatschappij (1895-; deelneming vanaf 1931)
In 1895 stichtte de familie Korthals Altes met enkele deelgenoten de Maatschappij
tot Exploitatie van Graansilo's en -pakhuizen, met als doel de bouw van een graansilo
aan het Buiten IJ te Amsterdam. Met de gemeente Amsterdam werd een erfpachtcontract
afgesloten, in 1896 begon de bouw en in 1898 werd de silo in gebruik genomen. Sinds
1911 werden voor het lossen van schepen elevators gebruikt in plaats van jacobsladders.
In juni 1918 vond een fusie plaats met de firma Wed. C. Stants en Zn. De naam werd
gewijzigd in Nederlandsche Silo-, Elevator- en Graanfactormaatschappij NV (SEGMIJ).
Als aandeelhouders traden toe enkele factorfirma's, Blaauwhoedenveem-Vriesseveem en
een groep reders onder leiding van KNSM. In 1931 deed Blaauwhoedenveem-Vriesseveem
zijn aandelen in SEGMIJ over aan een Rotterdamse groep onder leiding van GEM. Sindsdien
hadden Rotterdamse en Amsterdamse partijen elk circa 1/3 van de aandelen van SEGMIJ;
daarnaast was circa 1/3 in handen van de Société Générale de Surveillance SA te Genève.
Het belang van GEM was na 1939 ondergebracht bij HES en Onderlinge GEM. De directeuren
van GEM, later HES, waren commissaris bij SEGMIJ.
NV De Beurs van Koophandel (Maatschappij tot Exploitatie van het Beursgebouw) (1933-;
deelneming)
NV De Beurs van Koophandel (Maatschappij tot Exploitatie van het Beursgebouw) (1933-;
deelneming)
In 1926 begon het Groote Comité ter bevordering van de totstandkoming eener nieuwe
Beurs van Koophandel met het maken van plannen voor de bouw en exploitatie van het
nieuwe beursgebouw aan de Coolsingel. GEM steunde de plannenmakerij, ook financieel.
In 1933 werd de NV De Beurs van Koophandel opgericht. GEM en Onderlinge GEM tekenden
elk voor 50.000 gulden in op het aandelenkapitaal van drie miljoen. In 1936 begon
de bouw van het beurscomplex. Het bleef bij het bombardement redelijk gespaard en
kon in 1941 in gebruik worden genomen.
Damco Scheepvaart Maatschappij NV (1918-1972; deelneming vanaf 1937)
Damco Scheepvaart Maatschappij NV (1918-1972; deelneming vanaf 1937)
NV Rijnvaart Maatschappij Damco, later Damco Scheepvaart Maatschappij NV, werd opgericht
in 1918 als voortzetting van C.W.H. van Dam & Co. Het was een schepenverhuurbedrijf
dat voorzag in sleepvaart, hoofdzakelijk op de Rijn. In 1937 verschafte de Nederlandse
Beleggings Trust, dochteronderneming van GEM, kapitaal voor uitbreiding van de vloot.
De hiermee verworven aandelen werden ondergebracht bij GEM, vanaf 1939 HES; de directeuren
werden commissarissen bij Damco.
Sleepvaart raakte na de Tweede Wereldoorlog uit de gratie door de opkomst van duwvaart
en Damco raakte belangrijke klanten kwijt. In 1972 deed HES haar aandelenpakket over
aan Ruys Transportgroep NV.
Scheepvaart-Maatschappij Codam NV (1939-; deelneming)
Scheepvaart-Maatschappij Codam NV (1939-; deelneming)
Scheepvaart-Maatschappij Codam NV werd in 1939 opgericht door Damco en zijn directeur
L.A. van Gunsteren. Het voornaamste doel was het mogelijk maken van de aankoop van
een vloot van 39 schepen van de Eerste Nederlandsche Scheepsverband Maatschappij.
Deze hypotheekbank was in de crisisjaren door liquidaties in bezit gekomen van veel
schepen en wilde deze te gelde maken.
Damco en GEM (vanaf 1940 HES) namen elk voor 50% deel in Codam. De directeuren van
HES waren commissarissen.
NV Het Nederlandsche Veem (1896-1968; deelneming vanaf 1939)
NV Het Nederlandsche Veem (1896-1968; deelneming vanaf 1939)
In 1896 bundelde een aantal vemen in Amsterdam de krachten in Het Nederlandsche Veem
(HNV). Er werden nieuwe pakhuizen gebouwd: in Amsterdam het Oranje Nassau Veem aan
de Barentszkade en in Rotterdam graanpakhuis De Eersteling aan de Rijnhaven. Gedelegeerd
commissaris J.C. Smalt sr was belast met de Rotterdamse zaken van HNV en begon daar
kort na de eeuwwisseling een elevatorbedrijf, dat uitmondde in de oprichting van GEM
in 1908.
In 1939 stapte GEM (vanaf 1940 HES) in HNV als geldschieter en een jaar later verwierf
HES na een grondige reorganisatie van HNV de meerderheid van de aandelen. Iets minder
dan de helft van dit pakket werd ondergebracht bij de Onderlinge GEM (vanaf 1962 Onderlinge
Beleggings Maatschappij Elevator). GEM-directeuren Smalt en Gips traden toe tot de
raad van commissarissen van HNV, onder voorzitterschap van D.L. Uyttenboogaart.
In 1941 ging HES deelnemen in een nieuwe dochtermaatschappij van HNV, de NV Het Nederlandsche
Koelveem, gevestigd te Amsterdam; de directie daarvan werd gevoerd door NV Wm.H. Müller
& Co.
In 1968 droegen HES en Onderlinge Beleggings Maatschappij Elevator hun aandelen in
HNV over aan Blaauwhoed, dat na een fusie met Pakhuismeesteren verderging als Pakhoed.
NV Het Nederlandsche Koelveem (1941-1973; deelneming)
NV Het Nederlandsche Koelveem (1941-1973; deelneming)
De NV Het Nederlandsche Veem richtte in 1941 de NV Het Nederlandsche Koelveem op.
HES was lid van de raad van toezicht, later de raad van beheer. De directie werd opgedragen
aan Wm.H. Müller & Co NV, tevens aandeelhouder. In het archief van die firma bevindt
zich een aandelenregister over de periode 1950-1967 (Stadsarchief Rotterdam, Archief
1256, inv.nr 1938). In 1967 droegen NV Het Nederlandsche Veem en NV Amsterdamsch Havenbedrijf
hun aandelen over aan de twee resterende partijen: Müller en HES, die elk 50% bezaten.
In 1972 werd besloten de activiteiten van het bedrijf te beëindigen. Per 1 januari
1973 was C.J. Kruijer NV eigenaar van het koelhuis en de naam. De NV Het Nederlandsche
Koelveem werd omgezet in een BV. In plaats van een raad van beheer kwam een raad van
commissarissen, waarin alleen natuurlijke rechtspersonen zitting konden hebben; namens
HES trad directeur P.J.G. Furnée op als enige commissaris. De BV wikkelde de resterende
rechten en plichten van de NV af en liquideerde vervolgens het bedrijf.
Het Rotterdamsche Veem Koeltrans NV (1942-1951; deelneming)
Het Rotterdamsche Veem Koeltrans NV (1942-1951; deelneming)
HES, Wm.H. Müller & Co NV en vier Duitse bedrijven richtten in 1942 Het Rotterdamsche
Veem Koeltrans NV op. De directie, opgedragen aan Müller, probeerde aan de Lekhaven
in Rotterdam een koelhuis te realiseren. Dit kwam echter niet van de grond, mede door
gebrek aan bouwmaterialen. Na de oorlog bleven HES en Müller als enige belanghebbenden
over, elk voor 50%. In 1950 besloten zij de verplichtingen van het bedrijf te liquideren.
Een jaar later droeg HES zijn aandelen over aan Müller.
Nederlandsche Kaiser-Frazer Fabrieken NV (1948-1958; deelneming)
Nederlandsche Kaiser-Frazer Fabrieken NV (1948-1958; deelneming)
Nederlandsche Kaiser-Frazer Fabrieken NV (NEKAF) werd in 1948 opgericht voor de assemblage
van auto's, onder meer de uit de VS ingevoerde Kaiser-Frazer en Jeep, en de Europese
Simca. Het bedrijf was gevestigd aan de Waalhaven. HES was aandeelhouder en directeur
J.C. Smalt werd commissaris. In 1958 werd de onderneming geliquideerd; de gebouwen
en machines werden gekocht door Chrysler.
In de bibliotheek van het Stadsarchief berusten de gedrukte statuten en een complete
serie jaarverslagen van NEKAF (J 399).
Koninklijke Maatschappij Wegenbouw NV (1922-1973; deelneming vanaf 1948)
Koninklijke Maatschappij Wegenbouw NV (1922-1973; deelneming vanaf 1948)
Maatschappij Wegenbouw (vanaf 1953 Koninklijke) is in 1922 ontstaan door fusie van
Stoomwalsenbedrijf Boesewinkel en Bitumenweg. De opkomst van de auto en de behoefte
aan asfaltwegen zorgden voor onstuimige groei van het bedrijf. In 1948 trad HES toe
als aandeelhouder voor iets meer dan 25%. In 1973 verkocht HES zijn aandelen aan Stevin
Deelnemingen BV, dat spoedig de volledige zeggenschap kreeg. Samen met andere wegenbouwbedrijven
werd KMW in 1975 ondergebracht in Koninklijke Wegenbouw Stevin (KWS). Door fusies
van Stevin maakte KWS vanaf 1978 onderdeel uit van Volker Stevin groep en sinds 1997
van Volker Wessels Stevin groep.
NV Transportmaatschappij Motorboot Atlas (1908), NV Maatschappij Motorboot Lugano
(1910) en NV Motorboot Despatch (1911) (overname 1965)
NV Transportmaatschappij Motorboot Atlas (1908), NV Maatschappij Motorboot Lugano
(1910) en NV Motorboot Despatch (1911) (overname 1965)
Directieboten en andere schepen voor intern gebruik werden ondergebracht in aparte
naamloze vennootschappen, bestuurd door de directeuren van GEM, vanaf 1939 van HES.
In 1941 droegen deze vennootschappen de directie op aan HES. In 1965 werd NV Transportmaatschappij
Motorboot Atlas, de enige nog bestaande, ontbonden en werden de schepen overgeschreven
op naam van GEM NV.
Frans Swarttouw (1887-1993; deelneming vanaf 1985)
Frans Swarttouw (1887-1993; deelneming vanaf 1985)
In 1887 richtte Frans Swarttouw (1868-1949) een stuwadoorsbedrijf op, gespecialiseerd
in opslag en overslag van losgestorte mineralen. Het beschikte over faciliteiten voor
open én gesloten opslag van ertsen, bauxiet, kolen en fosfaten. Onder zijn opvolgers
groeide het bedrijf voorspoedig. In 1968 werd 94% van de aandelen in Frans Swarttouw
overgenomen door de Bank voor Handel en Scheepvaart (Thyssen-Bornemisza Groep, 56%)
en Wm.H. Müller en Co. (Internatio-Müller, 38%). Het eerste pakket aandelen belandde
in 1985 in handen van HES Beheer, dat zijn deelneming in 1993 onderbracht in European
Bulk Services (EBS), samen met GEM en Interstevedoring.
Zie Koos de Gast, Bram Oosterwijk en Wim de Regt, 'Wij pakken alles. Honderd jaar
Frans Swarrtouw (1887-1987)' (Rotterdam 1987).
Interstevedoring (1971-1991; overname 1991)
Interstevedoring (1971-1991; overname 1991)
Interstevedoring is in 1971 opgericht door Jan Rijsdijk. Het bedrijf richtte zich
op de overslag van stukgoederen. Toen de aanvoer hiervan terugliep door de opkomst
van de container, stapte hij over naar de overslag van granen, kolen en ertsen. Omdat
het havenbedrijf geen kade beschikbaarstelde, ging hij werken met drijvende kranen.
Die konden overal in de haven worden ingezet en het lossen van schepen ging sneller.
Interstevedoring groeide snel en nam in 1989 het noodlijdende OBA Bulk Terminal Amsterdam
over.
De onconventionele aanpak van Rijsdijk werd door het havenbedrijf, de Rotterdamse
politiek en de banken gezien als een bedreiging. Hij zag zich in 1991 genoodzaakt
Interstevedoring, waar toen 150 mensen werkten, te verkopen aan HES Beheer. Dit fuseerde
Interstevedoring in 1993 met GEM en Frans Swarttouw tot één dochteronderneming European
Bulk Services.
Geschiedenis van het archief
Geschiedenis van het archief
Het archief is gevormd door het hoofdkantoor van NV GEM, vanaf 1939 HES NV en GEM
NV, gevestigd in het Elevatorhuis aan de Parklaan. In 1983 werd het verworven door
het Stadsarchief Rotterdam op onduidelijke rechtstitel. In 2022 is het door HES International
geschonken.
Samenvatting van de inhoud
Samenvatting van de inhoud
Het archief bevat hoofdzakelijk directiearchieven van NV GEM, vanaf 1939 HES NV en
GEM NV. Daarnaast bevat het veel archiefmateriaal van overgenomen bedrijven en van
maatschappijen waarvan GEM en HES aandeelhouder waren.
Verantwoording
Verantwoording
De herstructurering van NV GEM 1939 had tot gevolg dat GEM NV in juridische zin een
dochteronderneming werd van HES en Onderlinge GEM. De directeuren bestuurden vanuit
het Elevatorhuis voortaan zowel GEM als HES. De eigendomsverhoudingen en de tenaamstelling
van een deel van de bedrijfsmiddelen wijzigden, maar de bedrijfsvoering en de administratie
gingen ongewijzigd door. Dat is ook te zien aan het doorlopen van series gelijksoortige
stukken. Om die reden vormt 1940 in de inventaris geen cesuur. Waar nodig en mogelijk
is in de beschrijving aangegeven of stukken vanaf 1940 betrekking hebben op HES of
GEM. Alleen de stukken betreffende vergaderingen van aandeelhouders en commissarissen
van GEM NV zijn ondergebracht in de rubriek Dochterondernemingen, overgenomen bedrijven
en deelnemingen.
Bij de inventarisatie is terughoudend opgetreden ten aanzien van selectie en vernietiging.
Het archief bevat namelijk veel informatie over bedrijven en organisaties waarvan
elders weinig materiaal bewaard is, of waarvan de archieven niet goed ontsloten zijn.
Verder is er veel in het archief te vinden over de omgang met personeel en de opbouw
van de verzorgingsstaat na de Tweede Wereldoorlog. In de categorie personeelszaken
zijn in afwijking van gangbare criteria bijvoorbeeld de sollicitatiebrieven uit de
periode 1930-1968 bewaard. Dergelijke stukken zijn gewoonlijk niet meer aanwezig in
overgedragen archieven, omdat hun blijvende waarde beperkt wordt geacht. Het feit
dat bij GEM de sollicitatiebrieven over zo'n lange periode bewaard zijn gebleven,
is reden om deze serie bij wijze van uitzondering integraal te bewaren. Ze geven een
boeiend inzicht in de ontwikkeling van de wijze waarop bij een groot bedrijf werd
geworven, gesolliciteerd, beoordeeld en geantwoord.
Ook over bijvoorbeeld landgoed Valkenburgskamp bij Ede is nagenoeg alles bewaard.
Het archief bevat zeer gedetailleerde informatie over de inrichting en het gebruik
van dit vakantiepark, bestemd voor personeel van GEM.
Wel vernietigd zijn onder meer:
- dubbelen.
- concept-teksten en drukproeven voor het personeelsblad De Does.
- loonopgaven aan de SVZ t.b.v. afrekening premies (totaalstaten bewaard, inv.nr 969
e.v.).
- ziek- en betermeldingen door de bedrijfsvereniging (totaalstaten bewaard, inv.nr
960-961).
- facturen inzake werkzaamheden en leveranties ten behoeve van het Botlekcomplex (c.
1962-1966; totaaloverzichten bewaard).
Geschiedenis van de ordening en de beschrijving
Geschiedenis van de ordening en de beschrijving
Het archief is ongeordend overgedragen aan het Stadsarchief. Bij de inventarisatie
bleek dat slechts enkele dossiers in de oorspronkelijke mappen zaten met eigentijdse
inhoudsopgave. Waar mogelijk zijn die stukken bij elkaar gehouden.
Opmerkingen openbaarheidsbeperkingen
Opmerkingen openbaarheidsbeperkingen
Het gehele archief is zonder beperkingen voor ieder ter inzage.