Geschiedenis van de archiefvormer
Geschiedenis van de archiefvormer
Toen in februari van het jaar 1921 de Nederlandsche Handel-Maatschappij de kassiers-
en bankiersafdeling van de aloude firma Gebroeders Chabot overnam, werden de assurantiezaken
voortgezet onder de firma Gebroeders Chabot en Co. Firmanten werden Abram Chabot en
Gijsbertus de Wit, die beiden kennis en ervaring bij Gebroeders Chabot opgedaan hadden:
Chabot was sinds 1905 aansprakelijk vennoot geweest en de Wit had het in het familiebedrijf
van de Chabots tot procuratiehouder gebracht (in 1919).
Slechts enkele maanden later, om precies te zijn. 1 juli 1921, maakte men per circulaire
het terugtreden van Chabot bekend. De Wit zette de firma als enig beherend en aansprakelijk
vennoot voort met de echtgenote van Chabot, Ada Nelia Chabot-Viruly, en de NV Chabot's
Administratiekantoor als commanditaire vennoten. Uitdrukkelijk werd bepaald dat mevr.
Chabot-Viruly het recht had een zoon als beherend vennoot in de zaken op te doen nemen.
Dit recht bleef niet zonder gevolg, want de 1ste januari 1926 deed mr. Abraham Sebastiaan
Chabot als zodanig zijn intrede op het kantoor.
Naar J.J.M. Taudin Chabot ons in zijn werk over de familie Chabot meedeelt was Chabot's
Administratiekantoor niet in de eerste plaats opgericht (29 juni 1921) om de assurantiefirma
van kapitaal te voorzien, maar vooral om de belangen van de nazaten van Abram Chabot
veilig te stellen. Het Administratiekantoor werd beheerd door de NV Algemeen Administratie-
en Trustkantoor.
In 1950 eindigde de commanditaire participatie. Leden van de familie de Wit die vennoten
werden, waren, na Gijsbertus de Wit (overleden in 1949), Maarten (vennoot in 1930,
overleden in 1960) en Nicolaas Johannes.
Na het overlijden van Abraham Sebastiaan Chabot in 1968 was het N.J. de Wit (1952
werkzaam bij de firma en sinds 1960 vennoot), die in 1971 een fusie van de assurantiefirma
bewerkstelligde met Van Lanschot. Aldus kon Van Lanschot toegang tot de Rotterdamse
beurs verkrijgen. De Wit zelf trok zich uit zaken terug. Hoewel de naam Chabot in
de naam van de nieuwe firma bleef opgenomen - eerst Van Lanschot Chabot en Co. NV,
later Van Lanschot Chabot BV - bleek de toegang tot het firmantschap voor leden van
de familie Chabot geblokkeerd.
In 1932 namen Gebroeders Chabot en Co. de assurantieportefeuille en het personeel
van de eveneens zeer oude firma Van Dam en Co. over. Bovendien kreeg de firma het
recht de naam Van Dam en Co. te voeren. Uit een afschrift van een akte uit 1962 blijkt
dat A.S. Chabot en M. de Wit in het verleden een vennootschap onder de firma Van Dam
en Co. gevormd hebben. Desbetreffende documenten ontbreken evenwel. Bij de akte van
1962 stelden A.S. Chabot en N.J. de Wit, die sinds 1960 - evenals bij Gebroeders Chabot
en Co.- deel van de firma uitmaakte, nieuwe vennootschappelijke bepalingen vast. Het
einde van Gebroeders Chabot en Co. betekende automatisch ook het einde van Van Dam
en Co.
Voor de historie van familie en bedrijf raadplege men in eerste instantie: J.J.M.
Taudin Chabot, Een Hugenotenfamilie uit La Rochelle in Nederland. En vele naamgenoten,
1978. Copie van het manuscript bij het familiearchief Chabot. Aan dit werk zijn diverse
hierboven vermelde gegevens over Gebroeders Chabot en Co. ontleend. R.H. Krans, Het
bedrijf van de Rotterdamse kassiers en makelaars Chabot, 1769-1921, in: Ondernemende
geschiedenis; 22 opstellen geschreven bij het afscheid van mr. H. van Riel als voorzitter
van de vereniging Het Nederlandsch Economisch-Historisch Archief, 's-Gravenhage, 1977,
blz. 140-182
Geschiedenis van het archief
Geschiedenis van het archief
Veruit de meeste van de hier beschreven archivalia dateren uit de tijd na de Tweede
Wereldoorlog.
Het archief uit de tijd daarvoor, in principe vanaf het allereerste begin van de assurantiezaken
van de familie Chabot, d.w.z. 1769!, moet bij het noodlottig bombardement van mei
1940 verloren gegaan zijn.
Misschien was ook het oud-archief van Van Dam en Co. daarbij. Mededelingen hierover
ontbreken echter.
De bescheiden zijn in 1978 door de familie Chabot in het depot van het Rotterdamse
gemeentearchief ondergebracht. Duidelijk is dat diverse bescheiden, bijv. circulaires,
evengoed thuis zouden kunnen horen in het archief van het Algemeen Administratie-
en Trustkantoor.
Een vermenging van bescheiden uit beide archieven is niet onaannemelijk, maar laat
zich niet traceren.
In ieder geval zijn de archivalia die onomstotelijk tot het archief van Gebroeders
Chabot en Co. behoren verre in de meerderheid.
Verantwoording
Verantwoording
In 2018 is de aanvulling van 2010 toegevoegd aan dit archief onder inventarisnummer
198_91.
Aanvulling 27-01-2025: De archiefbescheiden afkomstig uit de aanvullingen van het
moederarchief (beheernummers 198a en 198b) zijn in dit moederarchief ondergebracht,
waardoor de aanvullingen a en b opgeheven zijn. Alle archiefbescheiden uit de aanvullingen
waren uniek en zijn hierdoor niet in bestaande definitieve nummers bijgevoegd. Dat
wil zeggen dat alle archiefbescheiden uit de aanvullingen nieuwe definitieve inventarisnummers
hebben gekregen. Deze zijn ondergebracht in de rubrieken “Het bedrijf als organisatie”
( definitieve nummers 92 t/m 100) en “Bedrijfsuitvoering” in beide subrubrieken ”Assurantiezaken”
( definitieve nummers 101 t/m 167) en “Financieel beheer” (definitieve nummers 168
t/m 170)
Het rubriekenschema is ongewijzigd en er zijn geen archiefbescheiden uit de aanvullingen
op de vernietigingslijst geplaatst.
Opmerkingen openbaarheidsbeperkingen
Opmerkingen openbaarheidsbeperkingen
Het gehele archief is zonder beperkingen voor ieder ter inzage.
Verwant materiaal
Verwant materiaal
In het depot van de Gemeentelijke Archiefdienst van Rotterdam zijn ook de archieven
aanwezig van de familie Chabot (1690-1958; inventaris door D. Brilman en J.C. Okkema)
en van de kassiers en makelaars Chabot (1776-1936; inventaris door R.H. Krans).
Subjects:
APEX
Verzekeringswezen
Industrie, Handel en Dienstensector
Firma Gebroeders Chabot & Co
Firma Van Dam en Co