Beschrijving
Inventaris van het archief van het Anjerfonds Rotterdam
Plaats van uitgave
Rotterdam
Jaar van uitgave
2010
Overheid of particulier
Particulier
Auteursrechten
U hebt toestemming tot bewerken en verspreiden van de documenten voor zover de gemeente
rechthebbende is. Voor overige documenten vraagt u toestemming aan de houder van de
auteursrechten. Gebruik van de documenten is daarom voor het risico van de bewaargever.
Geschiedenis van de archiefvormer
Geschiedenis van de archiefvormer
In 1946 werd het Prins Bernhard Fonds (PBF) opgericht. Het fonds stelde zich ten doel
"bij te dragen tot de bevordering van de geestelijke weerbaarheid door middel van
culturele zelfwerkzaamheid".
Het Prins Bernhard Fonds kende een groot algemeen bestuur met vertegenwoordigers van
alle levensbeschouwelijke en politieke geledingen uit de samenleving. Het fonds verrichtte
zelf geen werkzaamheden, maar gaf subsidies aan personen of organisaties, mits deze
geen uitgesproken politiek of religieus karakter hadden.
Om de aanvragen voor subsidies met een plaatselijk karakter te beoordelen, werden
in 1947 dochterfondsen gesticht. Elke provincie en drie grote steden kregen een eigen
Anjerfonds, zo ook de gemeente Rotterdam. De twaalf fondsen in de provincies en drie
grootstedelijke fondsen deden op lokaal of regionaal gebied hetzelfde als het Prins
Bernhard Fonds landelijk, namelijk financiële bijdragen geven aan culturele initiatieven.
De Anjerfondsen bewogen zich echter vooral op het terrein van de volkscultuur en de
amateuristische cultuurbeoefening.
De Anjerfondsen waren niet alleen opgericht om betere contacten met het plaatselijke
en regionale culturele leven te onderhouden, maar vooral ook om de organisatie van
de jaarlijkse Anjeractie te verbeteren. Deze jaarlijkse collectes op Anjerdag, de
verjaardag van de prins, vormden lange tijd de belangrijkste bron van inkomsten. Uit
de verkregen gelden subsidieerde men weer talloze verenigingen, kunstenaars, tentoonstellingen
en vormingswerkactiviteiten.
Niet alle Anjerfondsen floreerden en waren even actief. Het Anjerfonds in Rotterdam
leidde tot 1960 zelfs jarenlang een sluimerend bestaan. Tussen 1960 en 1975 onderging
het Prins Bernhard Fonds sterke veranderingen. Het fonds verwierf vaste aandelen in
de opbrengsten van loterijen, hetgeen naast de Anjeropbrengsten en incidentele opbrengsten
van wervingsacties, leidde tot een vaste inkomstenbron die het fonds minder afhankelijk
maakte van de publieke vrijgevigheid. De geldstroom vanuit de Anjerfondsen werd omgedraaid,
voortaan ondersteunde het landelijk fonds de Anjerfondsen in belangrijke mate.
De band met de Anjerfondsen werd na 1970 hechter door de invoering van een centrale
administratie en de coördinatie van het plaatselijke subsidiebeleid. Bij de Anjerfondsen
in de drie grote steden, Rotterdam, Amsterdam en 's-Gravenhage werd gebroken met de
traditie dat de burgemeester tevens voorzitter van het stedelijk Anjerfonds was. Tevens
werd het secretariaat losgekoppeld van de gemeentelijke secretarie. Ook het Anjerfonds
Rotterdam kreeg een zelfstandig secretariaat, maar werd voor een groot aantal zaken
geleid en gestuurd vanuit het landelijk bureau in Amsterdam.
In 1999 onderging het Prins Bernhard Fonds een statutenwijziging. De naam werd gewijzigd
in Prins Bernhard Cultuurfonds (PBC) en de Anjerfondsen werden afdelingen. Enkele
jaren later vond er een grote reorganisatie plaats binnen het cultuurfonds. Met het
doel het fonds professioneler en efficiënter te laten functioneren werd besloten het
aantal afdelingen te verminderen.
Per 1 maart 2004 werden de drie grootstedelijke Anjerfondsen opgeheven, waaronder
het Anjerfonds in Rotterdam. De taken van het Anjerfonds Rotterdam werden overgenomen
door de afdeling Zuid-Holland.
Geschiedenis van het archief
Geschiedenis van het archief
Het archief van het Anjerfonds in Rotterdam werd beheerd door de opeenvolgende secretarissen
van het Anjerfonds in Rotterdam, resp. de afdeling Rotterdam van het Prins Bernhard
Cultuurfonds.
Na de opheffing van de afdeling per 1 maart 2004, werd het archief overgebracht naar
het landelijk bureau in Amsterdam. In 2010 is het archief in bewaargeving overgedragen
aan het Gemeentearchief Rotterdam.
Het archief heeft een omvang van 7 archiefdozen. De stukken zijn geborgen in zuurvrije
dossieromslagen en dozen.
Verantwoording
Verantwoording
Het archief is na de opheffing door mw. W. Koolen geschoond en voorzien van een inventaris.
De kern van het archief bestaat uit de agenda's en verslagen van het bestuur. Verder
zijn er de correspondentiedossiers en de dossiers rondom de uitreiking van de cultuurprijzen
voor Rotterdamse kunstenaars of instellingen. De uitvoeringstukken van het Anjerfonds
bestaan uit dossiers van verleende subsidies.
Deze subsidiedossiers zijn niet bewaard gebleven; relevante informatie over subsidieverstrekkingen
is terug te vinden in de bestuursvergaderingen en de jaarverslagen.
Het archief is niet compleet, stukken uit de periode 1947-1973 ontbreken in zijn geheel.
In het archief en de verslagen van het landelijk bureau is aanvullende informatie
over het Anjerfonds Rotterdam te vinden.
Opmerkingen openbaarheidsbeperkingen
Opmerkingen openbaarheidsbeperkingen
Het gehele archief is zonder beperkingen voor ieder ter inzage.
Subjects:
APEX
Cultuur
Kunst, Cultuur en Erfgoedbeheer
Prins Bernhard Cultuurfonds, afdeling Rotterdam