Geschiedenis van het bedrijf
Hoechst
Op 25 juli 1966 was in Amsterdam de oprichtingsakte van Hoechst Vlissingen N.V. gepasseerd.
Nog eind van datzelfde jaar werd in het Sloegebied begonnen met de bouw van de fabrieken
en in 1968 was de eerste productie van NTPP en Fosfor een feit. Op 13 september 1968
werd Hoechst Vlissingen N.V. officieel door Prins Bernhard geopend.
Hoechst Vlissingen werd ondergebracht bij Hoechst Holland N.V. met het hoofdkantoor
in Amsterdam. Hoechst Holland, opgericht in 1950, was een volledige dochter van het
grote chemische concern Hoechst AG met het moederbedrijf gevestigd in Frankfurt.
Hoechst Vlissingen was de enige Hoechst productievestiging ter wereld die aan diep
vaarwater lag met eigen steigers en een kade voor de aanvoer van grond- en hulpstoffen
en de afvoer van gereed product. Het bedrijfsterrein was circa 125 ha groot, ongeveer
de helft daarvan was in gebruik.
Al kort na de opening werd een tweede fosforoven gebouwd. Verder werd in 1971 een
tweede Hoechst-fabriek gebouwd voor de productie van dimethyl-dereftalaat (DMT) en
polycondensaat; beiden grondstoffen voor de productie van de kunstvezel trevira.
Het aantal personeelsleden schommelde vanaf eind jaren ‘70 rond de 1000 personen en
bovendien bood Hoechst Vlissingen ook werkgelegenheid aan vele toeleveranciers etc.
De economische betekenis van Hoechst Vlissingen voor de Zeeuwse regio was dan ook
groot.
De Vlissingse vestiging had drie productie-‘bedrijven’: de Fosfordivisie (produceerde
fosfor, fosforzuur en natriumtripolyfosfaat), de DMT-fabriek (produceerde dimethylterephtalaat,
een grondstof voor polyester), de Alkaansulfonaat- en TAED-fabriek (produceerde grondstof
voor vloeibare was- en schuurmiddelen, respectievelijk een stof die als bleekmiddelactivator
aan wasmiddelen wordt toegevoegd). Bovendien beschikte Hoechst Vlissingen sinds 1984
over een ammoniakterminal met een totale capaciteit van 40.000 ton voor op- en overslag
van ammoniak.
De productieprocessen, en vooral de productie van fosfor en fosfor-gerelateerde producten
vergde veel energie. Hoechst had veel inspanning geleverd om dit energieverbruik terug
te dringen en was hiervoor in 1984 beloond door de uitreiking van de energiebesparingstrofee
door de Minister van Economische Zaken. Ook had Hoechst Vlissingen grote investeringen
gedaan in procesverbeteringen en het terugdringen van de emissies om het milieu zo
min mogelijk te belasten.
Daarnaast had Hoechst Vlissingen een eigen bedrijfsschool, een eigen brandweer en
een medische dienst met de nodige vrijwillige brandweerlieden en geoefende EHBO-ers.
Hoechst Vlissingen had een actieve personeelsvereniging met vele subverenigingen.
Vanwege de ongunstige ligging voor openbaar vervoer beschikte Hoechst Vlissingen over
een eigen personeelsvervoersdienst. De bekende rood-witte en later blauwe busjes waren
een vertrouwd beeld in de Zeeuwse regio.
In de tweede helft van 1994 werd de eerste fase van de wereldwijde reorganisatie van
Hoechst AG ingezet. De landenorganisaties, waaronder Hoechst Holland N.V., worden
omgevormd van winstverantwoordelijke tot dienstverlenende organisaties. Verder had
Hoechst AG in 1994 de keuze gemaakt voor core business.
Eind 1995-begin 1996 werden de nog resterende centrale functies van Hoechst Holland
geïntegreerd in de organisatie van de vestiging Vlissingen. Om de resultaten van de
activiteiten in Vlissingen op peil te brengen was een omvangrijke reorganisatie nodig.
Via een sociaal plan vloeiden circa 250 mensen af. Tegelijkertijd besloot Hoechst
AG haar wereldwijde activiteiten onder te brengen in een aantal zelfstandige ondernemingen.
Thermphos
Alle fosforactiviteiten werden per 1 juli 1997 gebundeld in het nieuwe bedrijf Thermphos
International BV. De andere overgebleven vier bedrijven waren Hoechst Holland NV (afwikkeling
oude Hoechst), Hoechst Trevira Vlissingen BV (DTM, een grondstof voor polyester),
Mare Chemicals BV (zeep- en wasmiddelengrondstoffen TAED en alkaansulfanaat) en Industrial
Park Vlissingen (leverancier van technische en speciale diensten, energie en nutsvoorzieningen
(50% van de aandelen van dit bedrijf waren in bezit van Thermphos International BV).
Omdat Hoechst AG uiteindelijk koos voor een nieuwe, beperkte core business Life Sciences,
werden de zelfstandige bedrijven vrij snel verkocht. Thermphos International richtte
eind 1997 Thermphos Deutschland GmbH op en nam op 1 januari 1998 de productievestigingen
van fosforchloride en fosforpentasulfide van respectievelijk Hoechst en Knapsack over.
Op 27 oktober 1997 tekende Thermphos International een joint venture-overeenkomst
met een Chinees bedrijf en richtte zij Xouzhou Thermphos Chemical Company in China
op. Dit bedrijf produceerde fosforzuur en NTPP. Thermphos bezat 60% van de aandelen
van dit bedrijf. De joint venture start op 1 januari 1998. In de loop van 1998 nam
Thermphos ook Sudamfos S.A., gevestigd in Argentinie en een fosfaatproducerend bedrijf
van Hoechst AG over.
Thermphos International had circa 420 werknemers in dienst en bood indirect werk aan
nog eens 300 personeelsleden van toeleveringsbedrijven. Thermphos had een omzet van
ongeveer 500 miljoen gulden per jaar en exporteerde producten wereldwijd naar circa
80 landen.
In 1999 vond een Management Buy-Out plaats (het bedrijf werd doorverkocht aan de dan
zittende directie (Groenink, Capello en Galeano)), en in 2003 werd Thermphos International
overgenomen door een particulier investeerder, die ook een fosforfabriek in Kazachstan
bezat. In de loop der jaren is het bedrijf verder uitgebreid door de aankoop van diverse
bedrijven in onder andere België, Frankrijk, Engeland, Duitsland, Amerika, Zwitserland,
Japan, Singapore en Finland.
In juli 2000 kocht Thermphos de productiecapaciteit van grondstoffen voor wasmiddelen
van het Zweedse Kemira Kemi AB. Tussen 2001 en 2005 produceerde Chemische Werke Piesteritz
GmbH te Wittenberg, Duitsland, (CWP) de fosfaten voor Thermphos onder een exclusieve
overeenkomst. In 2005 nam Omnisal (100% dochter van Thermphos International) definitief
de fosfaatproductie over. Rond 2002 vond de overname plaats van de fosforactiviteiten
van het Franse Atofina en in 2004 nam Thermphos International twee Britse fabrieken
over van het Franse Rhodia. Uiteindelijk kocht in 2007 Thermphos Trading GmbH te Zwitserland,
Solutia Inc. in de Verenigde Staten aan.
Thermphos was hierdoor toonaangevend op het gebied van fosfor, fosforderivaten, fosforzuur
en speciale fosfaatsoorten. Thermphos was bovendien de enige fosforproducent in West-Europa
en had wereldwijd ruim 1100 medewerkers in dienst met een totale omzet van 700 miljoen
euro.
In 2010 begonnen de problemen in Vlissingen. De kostprijs van de fosfor die in Vlissingen
geproduceerd werd, kon niet concurreren met de fosfor die Kazachstan aan de Europese
markt leverde. De grondstof fosfaaterts was wat betreft samenstelling en kwaliteit
moeilijk en beperkt leverbaar. Thermphos moest daarom de mogelijkheid van inzet van
alternatieve grondstoffen onderzoeken. Als gevolg daarvan kampte de fosforproductie
in Vlissingen met slikproblemen en moest Vlissingen een forse milieu-investering doen
om aan de emissievergunningswaarden te kunnen voldoen. Genoemde problemen en een bijkomend
probleem met de verlenging van de financieringsovereenkomst leidde uiteindelijk eind
2012 tot het faillissement van de onderneming.
Verantwoording van de bewerking
In 2012 ging Thermphos International BV failliet. Aangezien er geen voortzetting van
het bedrijf plaatsvond, werd het archief in 2021 door de curatoren van Thermphos geschonken
aan het Zeeuws Archief.
Het archief bevond zich bij overbrenging naar het Zeeuws Archief in een redelijk goede,
geordende en toegankelijke staat. Een aantal oud-medewerkers van Thermphos had ter
plekke het archief geschoond en beschreven. Ook de inleiding is grotendeels door de
oud-medewerkers geschreven, hier en daar aangevuld door een medewerker van het Zeeuws
Archief. Tevens is aan de inleiding een rubriek ‘Verantwoording van de inventarisatie’
en een rubriek ‘Aanwijzingen voor de gebruiker’ toegevoegd.
Na overbrenging is door het Zeeuws Archief een archiefschema opgesteld waarnaar de
stukken zijn ingedeeld in de inventaris. Hier is een splitsing aangebracht tussen
de archieven van Hoechst/Thermphos en de gedeponeerde archieven van de ondernemingsraad
en de personeelsvereniging. Om praktische redenen is ervoor gekozen om de archieven
van Hoechst en Thermphos als één archief te beschouwen. Verder zijn nog meerdere aanpassingen
gedaan aan de beschrijvingen.
Voor inventarisatie bedroeg de omvang van het archief circa 400 meter. Na selectie,
door de oud-medewerkers, van de voor vernietiging in aanmerking komende stukken, resteerde
35 meter. Onduidelijk is waaruit deze ruim 350 meter vernietigde stukken bestonden.
Op het Zeeuws Archief heeft geen vernietiging meer plaatsgevonden. Na herverpakking
op het Zeeuws Archief resteerde 25 meter.
Aanwijzingen voor de gebruiker
In 1997 werd Hoechst gesplitst in vier zelfstandige bedrijven. Alleen de archieven
van Thermphos International BV en Industrial Park Vlissingen BV zijn hier beschreven.
Het archief is openbaar, met uitzondering van de beperkingen in verband met de bescherming
van de persoonlijke levenssfeer van individuele, nog levende personen.
Bij verwijzing naar dit archief zou bij voorkeur de volgende bronvermelding gebruikt
moeten worden: Zeeuws Archief (ZA), Hoechst Vlissingen NV, inv.nr(s) ..., daarna verkort
als: ZA, Hoechst inv.nr(s) ...