Geschiedenis van de archiefvormer
Er zijn twee STULM-organisaties geweest: STULM 1963 en STULM 1974. Beide speelden
niet alleen op het gebied van het landbouwstructuurbeleid een rol, maar ook in een
aantal ministeriële regelingen op het gebied van het agrarisch markt- en prijsbeleid.
In algemene zin was de STULM betrokken bij de uitvoering van landbouwmaatregelen op
agrarisch gebied die waren getroffen door de landbouwminister of door een Publiekrechtelijke
Bestuursorgaan (PBO) en waren vastgelegd in overeenkomsten.
In 1963 richtte de Minister van Landbouw de Stichting tot Uitvoering van Landbouwmaatregelen
(STULM 1963) op. De stichting kreeg als taak het uitvoeren van maatregelen op agrarisch
gebied, getroffen door de Minister van Landbouw of door een PBO en vastgelegd in overeenkomsten.
Ook behulpzaamheid bij de voorbereiding van zulke maatregelen was een taak van de
STULM. Drie van de zeven bestuursleden werden benoemd door de minister en de overige
vier door de deelnemende productschappen gezamenlijk. Behalve het bureau in Den Haag
beschikte de stichting in iedere provincie over gewestelijke (later: provinciale)
bureaus en over districtsbureaus (later: districtskantoren). De leiding berustte bij
een landelijk directeur, een aantal gewestelijke directeuren en een aantal districtsbureauhouders.
Als gewestelijke directeuren fungeerden de provinciale voedselcommissarissen.
In 1974 richtte de Minister van Landbouw naast STULM 1963 ook nog STULM 1974 op, met
als doel het uitvoeren van landbouwmaatregelen door middel van het ten behoeve van
de Minister van Landbouw verrichten van werkzaamheden ter uitvoering van diens maatregelen
in het kader van het landbouwbeleid, waaronder voorlichting, het verlenen van medewerking
bij de voorbereiding van bovengenoemde maatregelen en het ten behoeve van PBO’s verrichten
van werkzaamheden.
Het bestuur bestond uit vertegenwoordigers van de Minister van Landbouw en van de
productschappen. De organisatie kende drie niveaus: centraal, provinciaal en per district
(op dit niveau geleid door districtsbureauhouders).
STULM 1974 was een overheidsstichting zonder personeel, werkzaam binnen het provinciale
apparaat van Landbouw en Voedselvoorziening (LaVo) en bemand met rijksambtenaren die
grotendeels afkomstig waren van STULM 1963. De werkzaamheden stonden onder leiding
van een directeur, een dubbelfunctie van de directeur van de directie Uitvoering Regelingen
(DUR).
De statuten van STULM 1974 werden voor het eerst gewijzigd in 1977. De voornaamste
veranderingen betroffen de inbreng van de minister bij beslissingen van het bestuur.
Zo moesten besluiten tot wijziging van de statuten of tot opheffing van de stichting
voortaan worden goedgekeurd door de minister. Tevens werd overleg met de minister
verplicht gesteld inzake benoeming, schorsing of ontslag van de landelijk directeur,
de gewestelijke directeuren en de secretaris.
Een veel verdergaande statutenwijziging vond plaats in 1980. In 1978 besloten de algemene
bestuursvergaderingen van STULM 1963 en STULM 1974 tot ontbinding van de door STULM
1963 gesloten deelnemersovereenkomsten, zodat werkzaamheden voortaan opgedragen konden
worden aan STULM 1974. De hieruit resulterende wijziging van de statuten van STULM
1963 bepaalde dat de doelstelling van STULM 1963 voortaan nog slechts bestond uit
medewerking aan de uitvoering van landbouwmaatregelen, zoals opgedragen aan STULM
1974. Het bestuur van STULM 1963 bestond voortaan uit de bestuursleden van STULM 1974.
Toestemming van de minister werd verplicht voor besluiten met financiële gevolgen,
zoals met betrekking tot huur en verpachting, leningen en schenkingen. Tevens werden
de begroting en de rekening en verantwoording onderworpen aan ministeriële goedkeuring,
terwijl de controle op het financieel beheer voortaan zou gebeuren door de departementale
accountantsdienst. Bij de statutenwijziging van STULM 1974 werd ook op andere wijze
de inbreng van de minister vergroot. Als directeur kwam er voortaan een ambtenaar
van het ministerie en naast het bureau in Den Haag werden gewestelijke (vanaf 1984:
provinciale) bureaus ingesteld. De functie van gewestelijk directeur werd uitgeoefend
door de provinciale hoofdingenieur-directeur (HID) voor de bedrijfsontwikkeling (vanaf
1984: de provinciale directeuren Landbouw en Voedselvoorziening).
De taken van de STULM werden vanaf circa 1988 uitgevoerd door de DUR en sinds 1996
door de Landelijke Service bij Regelingen (LASER). In 1993 werd de stichting aangewezen
als Zelfstandig Bestuursorgaan (ZBO), althans als bestuursorgaan onder de Wet Openbaarheid
Bestuur (WOB) en de Wet Nationale Ombudsman (Stb. 1993, 535).
In 1978 werd het hele STULM-apparaat onder organieke verantwoordelijkheid geplaatst
van het hoofd van de Hoofdafdeling Regelingen van het ministerie, die daartoe tevens
benoemd werd als directeur STULM. Na een grondige statutenwijziging in 1980 nam de
invloed van de minister sterk toe en bestond de doelstelling nog slechts uit medewerking
aan de uitvoering van landbouwmaatregelen, zoals opgedragen aan de inmiddels opgerichte
STULM 1974. STULM 1963 is per 21 december 2011 ontbonden, STULM 1974 per 14 november
2012.
Geschiedenis van het archiefbeheer
Bij de statutenwijzigingen in 1980 werd bepaald dat de archieven na opheffing zouden
worden overgebracht naar de archiefbewaarplaats van het ministerie om aldaar te blijven
berusten. De archieven van de stichtingen zijn in 1999 door het Ministerie van Landbouw,
Natuur en Voedselkwaliteit te Den Haag in beheer gegeven aan de Centrale Archief Selectiedienst
te Winschoten. De archieven van STULM 1963 en 1974 zijn vermengd geraakt.
Verantwoording van de bewerking
Het archief van de Stichting tot Uitvoering van de Landbouwmaatregelen maakt deel
uit van de door de Centrale Archief Selectiedienst bewerkte provinciale archieven
van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Ten behoeve van de bewerking
werd een plan van aanpak samengesteld, welke de basis vormt voor de bewerking.
In het plan, welke werd meeondertekend door het Nationaal Archief, zijn de afspraken
met betrekking tot de selectie, ontsluiting, materiële verzorging en de overbrenging
geregeld.
De omvang van het archief was voorafgaand aan de bewerking circa 7,125 meter. Na de
bewerking resteerde 0,375 meter te bewaren materiaal.
Ordening van het archief
Het archief is geordend naar de oorspronkelijke archiefcode van het ministerie van
Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening. Binnen de rubrieken zijn de stukken chronologisch
geordend.
Aanwijzingen voor de gebruiker
Bij verwijzing naar dit archief zou bij voorkeur de volgende bronvermelding gebruikt
moeten worden: Zeeuws Archief (ZA), archief Stichting tot Uitvoering van de Landbouwmaatregelen
(STULM) te Goes, inv.nr(s) ...
Subjects:
APEX
Landbouw, Veeteelt en Visserij