#guid
57E1BBD8322F2525E053CA00A8C06893
Aanvraag- en citeerinstructie
De collectie dient in de studiezaal van het NIMH als volgt te worden aangevraagd:
Collectie: Noodbrug Pontonplan Betuwe
Toegangsnummer: 560
Bij het citeren van stukken in publicaties dient men de vindplaats ten minste eenmaal
volledig en zonder afkortingen te vermelden, vervolgens kan volstaan worden met een
verkorte titel.
Volledig: Nederlands Instituut voor Militaire Historie, Den Haag, Noodbrug Pontonplan
Betuwe, Toegang 560, inventarisnummer ...
Verkort: NIMH, Pontonplan Betuwe, 560, inv.nr. ...
Dossier Noodbrug Pontonplan Betuwe van het Hoofdkwartier Generale Staf, Sectie G3
De Koude Oorlog was de periode na de Tweede Wereldoorlog waarin sprake was van gewapende
vrede tussen de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie. De Verenigde Staten werd hierin
gesteund door West-Europa (kapitalistische wereld) en Oost-Europa werd onderdeel van
de Sovjet-Unie (communistische wereld). Al spoedig werden in Oost- en West-Europa
maatregelen genomen om eventuele aanvallen van de ander te voorkomen. De Noord-Atlantische
Verdrags Organisatie (NAVO) besloot om in West-Europa een defensielinie aan te leggen
bedoeld als verdediging tegen eventuele invallen van de Sovjet-Unie. Het originele
plan van de NAVO was om een defensielinie langs de Rijn en de Waal aan te leggen,
maar na aandringen van Nederland werd besloten om de defensielinie langs de IJssel
te bouwen.
Begin jaren '50 namen de dreigingen van de Sovjet-Unie toe waardoor er in versneld
tempo aan de bouw van de IJsellinie werd gewerkt. Het plan was om bij acute dreiging
een gebied van 127 kilometer lang en vijf tot tien kilometer breed tussen Ubbergen
en Kampen onder water te zetten. Het idee hiervoor was afkomstig van kapitein van
de Generale Staf Joseph Haex. Het plan werd als volgt uitgevoerd; de rivieren bij
Nijmegen, Arnhem en Olst kregen verplaatsbare stuwen die ervoor zorgden dat het gebied
tot kniehoogte onderwater zou komen te staan. Het water zou hierdoor op deze hoogte
te laag staan voor schepen om te bevaren, maar te hoog voor mensen om doorheen te
lopen. Dit zou het lastig maken een invasie over land of water uit te voeren. Voor
de verdediging van de stuwen gebruikte Defensie bestaande kazematten. Deze bestonden
uit ingegraven Shermantanks, een overblijfsel van de Tweede Wereldoorlog en (rivier)kazematten
die in de jaren '30 langs de IJssel en Rijn waren gebouwd.
Tussen 1951 en 1955 werd er in het uiterst geheim gewerkt aan de bouw van de IJsellinie.
De werkzaamheden aan, en verdediging van, de IJssellinie werden uitgevoerd in het
geheim, omdat de Sovjet-Unie hiervan niet op de hoogte mocht zijn. Achteraf blijkt
echter dat de Sovjet-Unie afwist van het gehele plan. In Nederland waren alleen de
burgemeesters van betrokken gemeenten op de hoogte en de media kreeg een verbod opgelegd
om te schrijven over de defensielinie. Vanwege de geheimhouding kreeg de verdediging
van het IJsselgebied de schuilnaam ''Noodbrug Ponton Plan''. Als gevolg van de geheimhouding
van het plan was de bevolking niet op de hoogte van de eventuele overstroming. Er
werden tevens plannen opgesteld voor de eventuele evacuatie van de ruim 400.000 inwoners
rondom de IJsellinie.
In 1962, tijdens de Cubacrisis, werd alarmfase 1 uitgeroepen. Dit hield in dat de
sluizen van de Afsluitdijk en andere sluizen werden afgesloten zodat het water in
de IJsel steeg. Doordat de Sovjet-Unie en de Verenigde Staten echter snel tot een
akkoord kwamen hoefde Nederland niet over te gaan tot het daadwerkelijk onder water
zetten van de IJsellinie. Uiteindelijk is de IJsellinie tijdens de Koude Oorlog nooit
in gebruik geweest en is het inundatieplan nooit in werking getreden. Enkele jaren
na de Cubacrisis werd besloten de defensielinie niet meer te gebruiken en in 1968
is hij definitief opgeheven. Wel zijn er tot vandaag de dag nog delen van de defensielinie
zichtbaar in het Nederlands landschap.
De collectie
De collectie Noodbrug Pontonplan Betuwe is intern vanuit de Defensieorganisatie geschonken
aan het Instituut Militaire Geschiedenis (IMG). Door het samengaan van het voorgenoemd
instituut met het Instituut voor Maritieme Historie (IMH), en de Sectie Luchtmacht
Historie (SLH) in het Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH) in 2005,
is de collectie in het bezit van het NIMH gekomen.
De collectie is in 2016 bewerkt en geïnventariseerd. De collectie bevat nota's aan
de Minister van Verkeer en Waterstaat over het ten uitvoer brengen van het Noodbrug
Pontonplan Betuwe en een nota over de vorming van een inundatiegebied langs de Gelderse
IJssel door afsluiting van de Waal en Neder-Rijn door Rijkswaterstaat. Ook bevat het
stukken betreffende de kosten van het Noodbrug Pontonplan Betuwe. Daarnaast bevat
de collectie stukken betreffende de opstelling van een kanon van 4 t.l en een van
40 mm. De collectie bevat tevens tekeningen van de verdedigingswerken nabij Arnhem
en Nijmegen, telefoonschakelputten en van het Noodbrug Pontonplan Deventer.
De looptijd van de collectie omvat de jaren 1951-1952. De collectie is volledig openbaar.