Historisch overzicht
De ontginning van de venen ten oosten van de grens tussen de provincies Groningen
en Drenthe werden na 1818 pas goed ontsloten. De kosten daarvan werden gefinancierd
door de stad Groningen. Langs het ter ontsluiting gegraven kanaal ontstond een lintbebouwing,
die later werd genoemd: "Stadskanaal".
Onder de 'nieuwe' bewoners waren ook een aantal Doopsgezinden. De gemeente in oprichting
huurde van koopman Cornelis Jans Dopper een woning. De woning werd als pastorie gebruikt
en in het schuurgedeelte werd waarschijnlijk op 7 januari 1849 de eerste dienst gehouden
[NOTE inv.nr. 106: ontvangsten 1849] . De leiding van de eerste werkzaamheden berustte
bij de emeritus Herman Andries Post van Veendam.
Op 21 februari 1849 werd er een reglement vastgesteld [NOTE inv.nr. 1] en ondertekend
door 23 leden.
In diezelve vergadering kozen de leden ook een kerkenraad, bestaande uit zeven leden.
Op 29 oktober 1849 kocht Hindrik Jans ten Doornkaat als lid van de commissie tot de
bouw van de Mennonitenkerk van heer Berend Degenhart, bierbrouwer en koopman te Stadkanaal
een zgn. heemstede met een behuizinge. [NOTE Archief van de notarissen te Veendam,
standplaats 42, toegangsnummer 116, inv.nr. 114["1849"], aktenr. 142] De heemstede
lag ± 100 meter ten noorden van het huis van koopman Dopper. [NOTE Archief van het
Kadaster in Groningen en Openbare registers, kadastrale gemeente Onstwedde, sectie
A, veldwerk 112] De daarop aanwezige bebouwing werd gesloopt. De heer R.K. van der
Velde, lid van de gemeente, werd belast [NOTE inv.nr. 1] met de bouw van het kerk.
De verrekening geschiedde in "daghuur".
In de vergadering van 8 december 1849 werd de emeritus Herman Andries Post bedankt
voor zijn diensten. De heer Klaas Oenes Feickens, proponent bij de Algemene Doopsgezinde
Sociëteit (ADS), nam zijn taak een half jaar over. Vervolgens werden de diensten door
de Societeit van Doopsgezinde gemeenten in Groningen (GDS) bij toerbeurt geregeld.
Op 9 maart 1851 werd de kerk aan de Hoofdstraat 27 ingebruik genomen. De laan van
de stad Groningen, gelegen aan de noordzijde van het kerkgebouw werd later Mennistenlaan
genoemd.
De tweede proponent, die namens de ADS mocht waarnemen, was Lodewijk Frederik Goteling
Vinnis. Hij kwam op 7 december 1851 en werd op 25 april 1852 tot vaste leraar beroepen.
In de loop van dat jaar kon hij zijn intrek nemen in de nieuw gebouwde pastorie, gelegen
aan de zuidzijde van de kerk.
In 1857 werd dit bij reglements-herziening het aantal kerkenraadsleden van zeven teruggebracht
tot vijf. Voor de begeleiding van de zang werden twee voorzangers benoemd.
In 1862 vroeg de heer Boddema of hij de kerkenkamer mocht huren. Dit gebruik leidde
langzaam tot het instellen van de functie van koster. In 1879 werd er een globale
instructie opgesteld. In 1874 werd naast de kosterij een houten loods gebouwd voor
de stalling van paarden van leden tijdens de dienst. Voor gebruik moest men per keer
per paard 1 stuiver betalen.
In 1899 werden in navolging van andere gemeenten de dienstdoende voorzangers bedankt
voor de werkzaamheden en een "serafine" orgel ingebruik genomen [NOTE inv.nr. 2] .
In 1956 [NOTE inv.nr. 3, "1956"] werd dit vervangen door een nieuw orgel.
De kosterij, leerkamer en paardenstal waren aan vervanging toe. In 1901 maakte men
plannen voor nieuwbouw. Op 23 juli 1904 vond de aanbesteding plaats en het gebouw
werd nog datzelfde jaar opgeleverd.
Na het vertrek van ds. Josephus Joannes Heep in 1913 werd er besloten om vanwege de
traktementskosten te gaan combineren met andere gemeenten. In de periode 1916 - 1946
geschiedde dit met de Doopsgezinde gemeente te Assen. De leegstaande pastorie werd
verhuurd en later verkocht. De gemeente had in de vijftiger jaren nog enige tijd een
eigen predikant. In de zestiger jaren kwam er een combinatie met Veendam tot stand.
De vernieuwingsplannen van de burgerlijke gemeente Onstwedde voor het centrum van
Stadskanaal in jaren zestig hadden tot gevolg, dat kerk en kosterij aan burgerlijke
gemeente werden verkocht en afgebroken. De laatste dienst in dit gebouw werd gehouden
op 3 september 1967.
De nieuwe kerk aan het Boerendiep werd onder architectuur van het bureau Sterenberg
uit Ter Apel gebouwd. Getracht is om het verleden en heden te combineren. De glaswand
moet symboliseren de open blik van de gemeente op de wereld om ons heen. Stijl en
kleur sluiten aan bij doperse eenvoud. De kerkzaal heeft 100 zitplaatsen en de kerkenraadskamer
heeft ongeveer 20 zitplaatsen. Het gebouw wordt door vloerverwarming verwarmd. Op
8 oktober 1967 werd het nieuwe kerkgebouw in gebruik genomen.
De warmte van de vloerverwarming had een nadelige invloed op het meegenomen - in 1956
aangeschafte- orgel uit de oude kerk. In februari 1968 werd het andere orgel geplaatst.
Na korte tijd was ook deze ontregeld. In datzelfde najaar werd een elektronisch orgel
fabrikaat Lipp uit Duitsland aangeschaft, dat wel bestand was tegen de warmte van
de vloerverwarming.
Na het vertrek van ds. Zuidema op 28 mei 1967 volgde een vacature periode. Van 1972
tot en met 1978 werkte men samen met afdeling Stadskanaal - Nieuw Buinen van de Nederlandse
Protestanten Bond (NPB). In 1979 ging men op eigen kracht verder, maar zocht ook samenwerking
met andere Doopsgezinde gemeenten in de regio : Sappemeer, Stadskanaal, Veendam en
Winschoten. In 1989 werd deze samenwerking beëindigd. Op 20 augustus 1989 fuseerde
de doopsgezinde gemeente te Stadskanaal met de doopsgezinde gemeente Midwolda ca.
De gefuseerde gemeente werd voortgezet onder de naam : "Doopsgezinde gemeente Oost
Groningen".
Op regionaal niveau werd de jonge gemeente meteen lid van de Sociëteit van Doopsgezinde
gemeenten in Groningen. In het jaarverslag van het jaar 1848/'49 van de secretaris
van de sociëteit werden mededelingen gedaan over de voorbereidende werkzaamheden en
in 1850 kwamen afgevaardigden van de gemeente Stadskanaal ter vergadering. Na de fusie
in 1989 werd het lidmaatschap voortgezet door de nieuwe Doopsgezinde gemeente Oost
Groningen.
Op landelijk niveau hielp de Algemene Doopsgezinde Sociëteit in 1849/'50 bij de oprichting
van de nieuwe gemeente. In 1921 werd de gemeente lid van de Algemene Doopsgezinde
Sociëteit (ADS) te Amsterdam.
Geschiedenis van het archief en verantwoording van de inventarisatie
Het archief werd in het oude kerkgebouw bewaard in een houten kist, vervaardigd door
de br. R. K. van der Velde. Hij was ook voorzanger tot 1899.
De archiefbescheiden werden in de jaren 1971 - 1973 en in 1993 (aanwinstnr. 7) overgebracht
naar het Rijksarchief in Groningen. Bij de Groninger Archieven werd in 2003 (aanwinstnr.
24) nog 1 foliomap ontvangen. In 2009 toegevoegd inv.nr. 150 (zie aanwinstnr. 2009
60)
De overgedragen archiefbescheiden werden geordend, geschoond en geïnventariseerd in
1994 - 2004. Bij de inventarisatie is gebruik gemaakt van de richtlijnen voor het
beheer van de archieven van de Doopsgezinde Broederschap in Nederland, uitgegeven
in 1988 door de Commissie tot de Archieven van de Algemene Doopsgezinde Societeit
(ADS) te Amsterdam.
Het huishoudelijk reglement voor de diaconie der Doopsgezinde gemeente Veendam- Wildervank
uit 1855, aangetroffen bij aanwinstnr. 1993 nr. 7, werd overgebracht naar het Archief
van Doopsgezinde gemeente Veendam-Wildervank.
De omvang bedraagt nu 1,45 meter.
Openbaarheid
De archiefbescheiden jonger dan 30 jaar zijn slechts toegankelijk met schriftelijke
toestemming van de bewaargever (rechtsopvolger), de Doopsgezinde gemeente "Oost Groningen"
te Stadskanaal.
Lijst van leraren
Herman Andries Post, emeritus predikant van de Doopsgezinde gemeente Veendam-Wildervank-Pekela,
wonende te Wildervank, februari - november 1849: voorbereidende werkzaamheden, februari
- november 1849, overleden 8 mei 1850 te Wildervank.
Klaas Oenes Feickens, proponent, waarnemend in de periode 8 december 1849 - juni 1850,
vertrokken naar de gemeente Zuid-Zijpe, overleden 17 december 1882 te Oldeboorn (Fr.)
[NOTE Doopsgezinde Bijdragen 1883, blz. 124] .
Lodewijk Frederik Goteling Vinnis, 1851 proponent, waarnemend in de periode 7 december
1851 - 25 april 1852, daarna beroepen als vaste leraar, intrededienst op 11 juni 1852,
afscheidsdienst 19 augustus 1855 vertrokken naar Emden, 20 maart 1892 overleden te
Hees [NOTE Doopsgezinde Bijdragen 1892, blz. 142] .
Andel Sijnco Hoitsema, 1851 proponent, gekomen van Tjalleberd (Fr.), intrededienst
op 14 december 1856 - 3 maart 1898 (met emeritaat), overleden 30 maart 1900 te Winschoten
[NOTE Zondagsbode, 13e jaargang 1899/'1900, nr.22, blz. 100, 101] .
Jan Wuite, 1898 proponent, intrededienst 27 november 1898, afscheidsdienst 3 januari
1904, vertrokken naar Drachten en Ureterp (Fr.), overleden 5 juli 1931 te Haarlem
[NOTE Zondagsbode 44e jaargang, 1930/'31, nrs. 37, 38] , [NOTE Doopsgezind Jaarboekje
1931, blz. 23-37: in memoriam]
Josephus Joannes Heep, 1894 proponent, gekomen van Den Hoorn op Texel, intrededienst
12 juni 1904, afscheidsdienst 26 oktober 1913 (met emeritaat), overleden 10 april
1931 te Baarn [NOTE Zondagsbode, 44e jaargang 1930/'31,nr. 25] .
vacant: 1914 - 1916
Simon Spaans, 1899 proponent, gekomen van Enkhuizen, intrededienst 28 oktober 1917,
eveneens beroepen te Assen, afscheidsdienst 15 januari 1939 (met emeritaat), overleden
26 juni 1945 te Vries (Dr.).
Hendrik Jans de Wilde, 1936 proponent, gekomen van Wieringen, intrededienst 20 juli
1941 te Stadskanaal, gecombineerd met ingang van 20 juli 1941 met Assen, afscheidsdienst
28 juli 1946, vertrokken naar Balk, overleden 25 maart 1977 te Zutphen [NOTE Doopsgezind
Jaarboekje 1978, blz. 12 - 15: in memoriam] .
da. Martha Knot, 1939 proponent, gekomen van Zijldijk, intrededienst 6 oktober 1946,
eveneens beroepen te Assen, afscheidsdienst 19 oktober 1947, vertrokken naar Hallum
i.v.m. a.s. huwelijk.
vacant: 1948 - 1951
da. Hindrika Geziena Zijlstra, geboren 1895, godsdienstonderwijzeres, gekomen van
Ternaard, intrededienst 13 januari 1952, gecombineerd met de doopsgezinde kring Emmen,
1 augustus 1959 met 'emeritaat', afscheidsdienst gehouden op 18 september 1959, overleden
2 maart 1977 te Ter Apel (Gr.) [NOTE Doopsgezind Jaarboekje 1978, blz. 8,9: in memeriam]
da. Johanna Wilhelmina Zuidema, 1951 proponent, predikante te Veendam , eveneens beroepen
te Stadskanaal, intrededienst 14 mei 1961, 28 mei 1967 afscheidsdienst, vertrokken
naar Joure.
vacant: 1969 - 1972, in de periode 1972-1978 werd samengewerkt met de NPB (Nederlandse
Protestanten Bond), afdeling Nieuw-Buinen.
da. Molly de Winter, 1984 proponent, beroepen in het samenwerkingsverband van de gemeenten
Sappemeer-Noordbroek, Winschoten, Veendam, intrededienst 10 mei 1981 en Stadskanaal,
intrede-dienst 17 mei 1981, afscheidsdienst 27 november 1988 (wegens vervroegd emeritaat.)
De Doopsgezinde gemeente Stadskanaal fuseerde op 20 augustus 1989 met de Doopsgezinde
gemeente Midwolda ca., gevestigd te Winschoten en werd voortgezet onder der de naam:
Doopsgezinde gemeente Oost Groningen.