#guid
A25D48E7A09E4E33A24903EE7C27EA16
Toegang
Inventaris
Gemeente
Winterswijk
De kadastrale registratie
Registers
Bij de invoering van het kadaster in 1832 ontvingen de gemeenten, ten behoeve van
hun eigen dienst en van het publiek, een volledige set van de hieronder vermelde kadastrale
registers, met kopieën van de minuutplans, de gemeentelijke kaartbladen, en een overzichtskaart
van de sectie- en bladindeling. De kadastrale bescheiden werden, uitgezonderd de Oorspronkelijk
Aanwijzende Tafel (OAT), één maal per jaar opgestuurd om bijgewerkt te worden.
Door de toepassing van fotokopieer- en lichtdruk-apparatuur behoefden de gemeentelijke
kadastrale bescheiden vanaf 1969 niet meer ter bijwerking te worden opgestuurd. Men
ontving kopieën van de leggerartikelen en kaartbladen, waarop zich in het afgelopen
jaar wijzigingen hadden voorgedaan. De gemeenten gingen sindsdien over tot het bewaren
van series fotokopieën van de bijgewerkte leggers en percelenregisters.
Eind jaren "80 ging het Kadaster over op automatisering van de kadastrale registratie
(AKR). De gemeenten kunnen sedertdien via een online-verbinding van de dienst 'Kadaster
& Openbare registers' de benodigde aktuele gegevens en kaarten rechtstreeks opvragen.
De gemeentelijke kadastrale registers, ingevoerd vanaf 1832 zijn:
- Oorspronkelijk Aanwijzende Tafel : 1832-1844;
- Suppletoir Aanwijzende Tafel : ca. 1836-1863;
- Register 71 (Percelenregister) : vanaf 1844;
- Kadastrale legger : vanaf 1832.
- Alfabetische Lijst : 1832 - 1863;
- Alfabetische Naamwijzer : 1864 - 1929;
De gebruikelijke datering van mutaties in de registers is in dienstjaren, meestal
afgekort tot ' dj '. Dit is een globale datering, aangezien er enige tijd kan zijn
verstreken tussen melding en verwerking van de gegevens. De kadastrale leggers bevatten
de basisgegevens en wijzigingen van gebouwd en ongebouwd eigendom gespecificeerd per
eigenaar. Bij uitgebreide leggerartikelen werd het vervolg bijgeschreven op het onbeschreven
gedeelte van een ander leggerartikel, later ook achterin het register op afzonderlijk
genummerde pagina's (''Vervolg zie folio nr..''). Een eigenaar kan in meer dan één
artikel te boek staan, hetzij als hoofd-eigenaar, hetzij als mede-eigenaar/vruchtgebruiker.
De percelenregisters bevatten de verwijzingen sectiegewijs per perceel naar de leggerartikelen
van de eigenaren. Vanaf ca. 1860 werden perceelsnummers geregistreerd per jaar van
uitgifte en kan men aldus zien uit welk dienstjaar een perceelswijziging stamt.
De naamlijsten zijn alfabetische indexen op de beginletters van de familienaam, verwijzend
van eigenaar naar leggerartikel. Bij gebreke van nadere personalia zijn gelijknamige
personen echter niet te onderscheiden. De tenaamstelling blijft soms na overlijden
van de eigenaar nog lange tijd gehandhaafd.
Kaartbladen
De kadastrale gemeenten werden oorspronkelijk ingedeeld in secties, gemerkt met een
letter. Deze waren geordend in alfabetische volgorde rechtsom ('met de klok mee')
en onderverdeeld in genummerde bladen, geordend in numerieke volgorde eveneens rechtsom.
Bij ingrijpende wijzigingen in een gedeelte van een kaartblad werd in de 20e eeuw
het betreffende gebied er soms uitgelicht en afzonderlijk uitgewerkt als een nieuw
blad van dezelfde sectie of als een nieuwe sectie.
De kadastrale register- en kaartenbestanden zijn per gemeente wisselend van samenstelling
en volledigheid. Van een aantal kadastrale gemeenten zijn de Oorspronkelijk Aanwijzende
Tafel en de kaartbladen anno 1832 gereproduceerd en uitgegeven door de stichting Werkgroep
Kadastrale Atlas Gelderland 1832 te Arnhem. Zo nodig is daarnaar verwezen.
Bestanden & inventarisatie
Winterswijk
Het kerspel Winterswijk maakte sedert 1326 deel uit van het Ambt Bredevoort. In 1811
werd het een zelfstandige gemeente naar Frans model. De kadastrale gemeente bestond
in 1832 uit de secties A (Meddo), B (Huppel/Henxel), C (Ratum), D (Kotten/Brinkheurne),
E (Woold), F (Miste), G (Corle), H (West-Dorpbuurt), I (Oost-Dorpbuurt), K (het Dorp).
Enkele secties bestrijken twee buurtschappen, hetgeen mogelijk verband houdt met het
gemeenschappelijk gebruik van destijds nog onverdeelde markengronden. Een gedeelte
van sectie G ten oosten van de Slingebeek behoort kadastraal tot de buurtschap Corle,
maar de bewoners worden in het bevolkingsregister tot de buurtschap Miste gerekend.
De secties L t/m O betreffen nieuwe secties, die later zijn toegevoegd bij de nadere
bewerking van nieuwe lokaties (woonwijken, bedrijventerreinen).
Register- en kaartenbestand zijn vrijwel kompleet. Indien van een bepaald sectieblad
de oudere versies ontbreken, kunt u soms teruggrijpen op de zg. markenkaarten. Deze
werden opgemaakt bij de verdeling van markengronden en zijn meestal samengesteld met
behulp van de kadastrale bladen van het gebied. Kaarten van markenverdelingen zijn
aanwezig van de buurtschappen Brinkheurne, Corle, Henxel, Huppel, Kotten, Meddo, Miste
en Ratum. Zie hiervoor bestand SARA 0645 Collectie kaarten van markenverdelingen in
de gemeente Winterswijk.
Zie ook bestand SARA 0932 collectie Geerdes, waarin van alle secties bladen aanwezig
zijn, merendeels van de periode 1942-1956, enkele van de jaren 1891-1939.
Inventarisatie
De oudste series registers en kaarten werden in 1997 overgedragen. Deze eerste collectie
kadastrale kaarten bestond uit een serie tekeningen en reprofoto's ca. 1828-1960,
een serie lichtdrukken ca. 1970-1996 en een collectie reprofoto's van de rijksexemplaren
der oudste sectiebladen van 1828. Deze bladen werden vervolgens per sectie en bladnummer
samengevoegd. De jongere series registers en kaarten werden in 2004 bij de ontruiming
van het pand van de dienst Gemeentewerken overgebracht. De grote hoeveelheid lichtdruk
kaartbladen is daarna selectief geschoond, waarbij is getracht om van kadastrale bladnummers
met weinig mutaties één exemplaar per 10 jaar te bewaren. Daarvan is afgeweken bij
sterk aan veranderingen onderhevige situaties. In kleine en incomplete onderdelen
is niet of terughoudend geschoond. Deze tweede serie is aanvankelijk als afzonderlijke
aanvulling beschreven.
Bij de originele tekeningen is het beginjaar ontleend aan de vermelde datum van vervaardiging.
De oudste kaartbladen zijn veelal reeds getekend in de jaren voorafgaand aan de invoering.
Bij de datering daarvan is uitgegaan van het jaar van gereedkomen van de 'verzamelkaart',
het overzichtsblad. Bij ontbreken daarvan is uitgegaan van het jaar van invoering
1832.
Het eindjaar is bij tekeningen het vermelde jaar van buitengebruikstelling of het
jaar van afgifte van het laatste (=hoogste) perceelsnummer. Bij lichtdrukkaarten en
fotografische reprodukties is het beginjaar dat van het oorspronkelijke moederblad,
het eindjaar het vermelde jaar van afgifte van het kopieblad (datumstempel). Het eindjaar
van ongedateerde bladen is het jaar van uitgifte van het laatste perceelsnummer.
In 2005 zijn deze bescheiden aanvankelijk herordend in de bestanden SARA 1237 Winterswijk
(registers), 983-5 Winterswijk (kopiebestanden) en 0608-7 Winterswijk (kaarten). Om
reden van overzicht en praktische raadpleegbaarheid zijn de series kadastrale kaartbladen
samengevoegd en met de overige kadastrale bescheiden weer in één bestand bijeen geplaatst.
Deze kunnen nu niet meer via de oorspronkelijke inventarissen aangevraagd worden.
November 2013
P. Meerdink
Documentatie
- Keverling Buisman, F. en E. Muller. Kadastergids, gids voor de raadpleging van hypothecaire
en kadastrale archieven uit de 19e en de eerste helft van de 20e eeuw. 's-Gravenhage
1979.
- Kruizinga, P. Kadastrale gegevens en aanverwante bronnen 1812-1990;
in: Broncommentaren 3, Bronnen betreffende de registratie van onroerend goed in de
negentiende en twintigste eeuw.
- Kruizinga, P. m.m.v. S.E.M. van Doornmalen. De kadastrale kaart 1812-1890;
in: Broncommentaren 3.
NB: Zie ook de inleiding en literatuuropgave in de Kadastrale Atlas.
Kadastrale Atlas Gelderland 1832, deel Winterswijk. Uitgave Stichting WKAG, Arnhem
2007.
Subjects:
Algemeen bestuur en Politiek
Gemeentebestuur Winterswijk