#guid
9CA1D5267DDB4D7887A719A613FD756A
Toegang
inventaris
Gemeente
Berkelland
Inleiding
De Hummelo-Enschedese Kunstweg (de HEK)
De eerste stukken betreffende het aanleggen van een zogenaamde kunstweg van Hummelo
naar de provinciale grens met Overijssel bij Neede, duiken op in 1849. De toenmalige
districtscommissaris, R.W. Baron van Lynden uit Zutphen, benaderde in dat jaar de
burgemeester van Neede, Q.G.N. Heereman, om na te gaan of er vanuit Haaksbergen plannen
bestonden om een verbeterde weg naar de Gelderse grens aan te leggen en of deze naar
Eibergen danwel Neede zou lopen. Als dat laatste het geval zou zijn, stelde Van Lynden
voor om vanuit Neede betere verbindingen te realiseren met Twente en in de andere
richting naar Borculo. Later bleek overigens dat Twente niet zat te springen om een
aansluiting op de HEK-weg en moesten de kosten van de laatste kilometer op Overijssels
grondgebied worden gedeeld. Nadat Heereman onder meer contact met zijn collega in
Ruurlo, W.H. Werkhoven, had gezocht, maakten zij zich sterk voor de aanleg van een
goede wegverbinding. Daarna breidden de plannen zich langzaam uit over een groter
gebied en werden meerdere concepten gelanceerd. In 1856 kreeg het bestuur bij Koninklijk
Besluit toestemming voor de aanleg. Het duurde echter nog tot juni 1859 voor dat de
weg geopend werd.
Tussen 1872 en 1900 speelden met name de onderhoudskosten het bestuur parten. Telkens
weer moest men geldleningen aangaan. Gelukkig wist men te overleven.
Na 1900 kwam de weg pas echt tot bloei. Het gebruik van de weg nam sterk toe door
de ontwikkeling van de industrie in de regio. In die periode werd de weg breder gemaakt.
Omdat de tolheffing op rijkswegen al in 1900 was afgeschaft, nam het verzet tegen
betaald gebruik van de HEK toe. Nadat er toezeggingen waren ontvangen van het rijk
en de provincie om bij te dragen in de kosten, werd de tolheffing op 1 januari 1930
beëindigd.
Na de Tweede Wereldoorlog wordt de geschiedenis van de HEK grotendeels bepaald door
de aanleg van rondwegen die de kernen van de aanliggende gemeenten moesten ontlasten.
Nagenoeg tegelijkertijd ontstonden de vrijliggende fietspaden en de parallelwegen
zoals die nu langs het gehele traject liggen.
In 1994 kwam er een definitief einde aan bijna 140 jaar wegschap. De weg werd verdeeld
tussen de provincie Gelderland en de gemeenten. Een verrekeningsinstituut zal zolang
nodig zorg dragen voor een correcte afwikkeling van de financiën. Daarna resten alleen
nog het archief en de bronzen kunstwerken in de diverse gemeenten, die een blijvende
herdenking zullen zijn aan de goede samenwerking. (Voor een historisch overzicht van
de geschiedenis van dit wegschap en haar bestuurders wordt verwezen naar het in 1993
verschenen boekje "Eischt een bon".)
Geschiedenis van het archief
In tegenstelling tot de archieven van andere wegschappen, is het archief van de HEK
vrijwel compleet van het prille begin tot het eind. Een van de belangrijkste redenen
daarvoor is wellicht het feit dat het archief, voor zover bekend, altijd te Neede
ondergebracht was. Het werd door de verschillende thesauriers die het wegschap in
haar bijna 140 jaar bestaan had, nooit naar elders meegenomen. Het merendeel van deze
functionarissen woonde en werkte overigens te Neede. Ook kampte men kennelijk nimmer
met ruimtegebrek, er werd n.l. naganoeg nooit iets vernietigd.
Tot aan het eind van de 19e eeuw werd het archief d.m.v. een inventaris enigszins
toegankelijk gehouden. [NOTE zie inv. nr. 125] In de 20e eeuw gebeurde dat helaas
niet meer. De oudere stukken die men niet meer nodig had voor de dagelijkse gang van
zaken, werden grotendeels in de serie ingekomen stukken per jaar opgeborgen. Dit maakte
waarschijnlijk het terugzoeken naar bepaalde onderwerpen niet gemakkelijk. Pas in
de jaren '70 van de 20e eeuw ging men, gedwongen door de enorme hoeveelheden papier
die de diverse overheden en instellingen begonnen te produceren, langzaam over tot
het invoeren van dossiers op onderwerpen, waarmee de toegankelijkheid beter werd.
Het archief werd de eerste decennia in ijzeren kisten bewaard. [NOTE Zie inv. nr.
124] Toen het duidelijk begon te worden dat het wegschap zou worden opgeheven, besloot
het bestuur, gelukkig, om het gehele archief te laten inventariseren, zodat ook in
de toekomst onderzoekers van verschillende discipline's hun weg kunnen vinden in het
best bewaarde kunstwegarchief in het oosten van het land.
Verantwoording inventarisatie
Bij het begin van de inventarisatie bleek al snel dat de indeling van het archief
uit de 19e eeuw, geheel verdwenen was. Het was ook niet erg zinvol om deze oude orde
te herstellen, omdat er niet echt een systeem in zat dat nu nog te gebruiken was.
Daarom werd besloten een geheel nieuwe, eigentijdse indeling te maken.
Enkele belangrijke series zoals de begrotingen en de rekeningen waren niet compleet.
Ze werden deels aangevuld met exemplaren die zich in de serie "ingekomen stukken"
bevonden. Vaak zaten hier zelfs de door Gedeputeerde Staten van Gelderland goedgekeurde
exemplaren in. Ditzelfde geldt voor de begrotingswijzigingen. Ook hierna waren de
series nog niet volledig. Gelukkig bevonden zich in de archieven van de gemeenten
Zelhem en Hengelo nog deels complete series waaruit de ontbrekende jaren gehaald konden
worden. De serie kasboeken was ook niet volledig, met name de eerste decennia ontbraken
volledig. Om nog onduidelijke reden bevonden zich te Hengelo (G) zeven kasboeken die
het hiaat opvulden. Zeer waarschijnlijk zijn in het verkleden deze originele boeken
te Hengelo verzeild geraakt. [NOTE Met dank aan collega S. Molenaar die mij op de
aanwezigheid van de kasboeken attendeerde]
De serie ingekomen stukken bevatte veel materiaal dat vernietigd kon worden.
Vernietigd werden de vele dubbele exemplaren van de begrotingen, begrotingswijzigingen
en de rekeningen, de bijlagen bij de rekening, bestekken en voorwaarden die in veelvoud
voorradig waren, schadegevallen en de afwikkeling daarvan, benoemingen van de leden
van de Raad van Bestuur door de diverse gemeenten, stukken behorende bij vervallen
geldleningen, stukken betreffende het leggen van leidingen door de PTT, GAMOG en WOG,
offertes, infobulletins van Binnenlandse Zaken en de Provincie, en recentere sollicitatiebrieven.
De sollicitatiebrieven uit de beginjaren zijn bewaard omdat ze een aardig beeld geven
van het schrijven van dit soort brieven in de 19e eeuw.
De bijlagen bij de rekening werden bewaard van het eerste jaar, 1856, en daarna om
de tien jaar, beginnende bij 1860. Ook de periode 1940-1950 werd volledig bewaard.
Het een en ander geschiedde in overleg met de Provinciale Archiefinspectie.
Aanwijzingen voor de gebruiker
De serie ingekomen stukken bevat behalve kopieën, afschriften of doorslagen van uitgaande
brieven ook veel stukken die een specifiek onderwerp betreffen, maar nooit in een
apart dossier op onderwerp werden opgeborgen.
Voor een vergelijking met archieven van andere wegschappen wordt verwezen naar het
archief van de Zutphen-Emmerikse Kunstweg, dat zich in het stadsarchief van de gemeente
Zutphen bevindt. Het beslaat enkele strekkende meters en heeft een zeer beknopte plaatsingslijst.
Verder bevinden zich in het archief van de gemeente Enschede nog enkele stukken (slechts
0,12 strekkende meter!!) betreffende de Commissie voor de kunstweg van Enschede naar
de Gelderse grens (Haaksbergen) over de periode 1852-1889. Het bevat een deel van
de notulen (1872-1883), enkele ingekomen stukken (1872-1889), een register op de uitgegane
stukken (1852-1889) en de jaarrekeningen van 1860 - 1900.
Subjects:
Verkeer en Waterstaat
Hummelo-Enschedese Kunstweg Neede