#guid
30BEB94900B04D438DA37173456ECC7F
Toegang
inventaris
Gemeente
Oude IJsselstreek
De historie van het Burgerlijk Armbestuur der gemeente Gendringen
Burgemeester en wethouders vergaderden op 6 juli 1923 met de besturen van de kerkelijke
en bijzondere instellingen van weldadigheid om van gedachten te wisselen over de op
handen zijnde oprichting van het Burgerlijk Armbestuur. Vertegenwoordigers van laatstgenoemde
besturen vrezen, dat wanneer zij m.i.v. 1 januari 1924 niet meer in aanmerking zullen
komen voor gemeentelijke subsidie "zij tot dekking van elke uitgave waarmede de uitgaven
worden overschreden z.g. de boer op moeten om geld [...]".
Ondanks deze vrees spreken op het eind van de vergadering alle aanwezigen zich uit
voor de oprichting van het Burgerlijk Armbestuur. [NOTE Besluiten van B en W, 6-7-1923,
gemeentearchief Gendringen, inv. nr. 58] Artikel twee uit de Armenwet van 1912 geeft
de wettelijke basis voor de nieuwe stichting. [NOTE Gemeentearchief Gendringen, reglement
voor het Burgerlijk Armbestuur der gemeente Gendringen, art. 1, inv. nr. 1615]
De doelgroep van het Burgerlijk Armbestuur vormen de mensen, die zich het noodzakelijke
levensonderhoud niet kunnen verschaffen. [NOTE Gemeentearchief Gendringen, reglement
voor het Burgerlijk Armbestuur der gemeente Gendringen, art. 2, inv. nr. 1615] Het
Burgerlijk Armbestuur komt echter pas in beeld, als de verzoeken om ondersteuning
gericht aan de bestaande kerkelijke en maatschappelijke instellingen worden afgewezen.
[NOTE Gemeentearchief Gendringen, reglement voor het Burgerlijk Armbestuur der gemeente
Gendringen, art. 2, inv. nr. 1615]
Deze procedure geeft duidelijk aan dat de Armenwet van 1912 van het principe uitgaat,
dat de verantwoordelijkheid voor de verzorging van behoeftigen primair berust bij
kerkelijke of particuliere instanties. [NOTE Nijhoffs gescheidenislexicon, door H.W.J.
Volmuller, lemma Armenzorg blz. 32,33] De ondersteuning van het Burgerlijk Armbestuur
komt neer op drie pijlers. Allereerst bestaat ze uit het geven van zogeheten "wekelijksche
onderstanden", vervolgens uit de bekostiging van geneeskundige behandeling en middelen.
En de ondersteuning wordt besloten "in het bekostigen van doodkisten en graven van
overleden armen. [NOTE Gemeentearchief Gendringen, reglement voor het Burgerlijk Armbestuur
der gemeente Gendringen, art. 1, inv. nr. 1615] . "Vertegenwoordigers van alle lokale
instellingen van weldadigheid hebben zitting in het bestuur. Het bestuur wordt gecompleteerd
door een rentmeester, en als voorzitter fungeert de burgemeester of een wethouder
[NOTE Gemeentearchief Gendringen, reglement voor het Burgerlijk Armbestuur der gemeente
Gendringen, art. 5, inv. nr. 1615] . Als eerste rentmeester werd benoemd de heer G.J.
Terhorst, notaris te Gendringen. Bestuurstechnisch gezien is de functie van rentmeester
te vergelijken met die van een gemeentesecretaris. De rentmeester is verantwoording
schuldig aan het bestuur en draagt zorg voor de uitvoering van de lopende werkzaamheden
[NOTE Gemeentearchief Gendringen, reglement voor het Burgerlijk Armbestuur der gemeente
Gendringen, hoofdstuk 2 vanaf art. 32, inv. nr. 1615] .
De inkomsten van het Burgerlijk Armbestuur worden gevormd door subsidies uit de gemeentekas
en uit giften en andere vrijwillige bijdragen [NOTE Gemeentearchief Gendringen, reglement
voor het Burgerlijk Armbestuur der gemeente Gendringen, art. 3, inv. nr. 1615] .
In het jaar 1955 wordt de naam "Burgerlijk Armbestuur" gewijzigd in "Burgerlijke Instelling
voor Maatschappelijke Zorg". De oude naam heeft een negatieve klank. Bovendien is
ze volledig verouderd, omdat de taakstelling in de loop der tijd veel ruimer is geworden.
De zorg van het Armbestuur is geëvolueerd naar maatschappelijke zorg [NOTE Gemeentearchief
Gendringen, lemma Naamswijziging 28-7-1955, inv. nr. 1617] .
In 1963 wordt de verouderde Armenwet vervangen door de Algemene Bijstandwet, waarbij
o.a. bepaald werd, dat de overheid een rechtsplicht heeft tot financiële bijstand.
Ook vervalt de voorafgaande verwijzing naar kerkelijke en particuliere instellingen
[NOTE Nijhoffs geschiedenislexicon, door H.W.J. Volmuller, lemma Armenzorg, blz. 32,33]
. In december 1964 plaatsen bestuursleden voor het laatst hun handtekeningen op de
presentielijst [NOTE Gemeentearchief Gendringen, inv. nr. 1617] . De Burgerlijke Instelling
voor Maatschappelijke Zorg te Gendringen heft zich per 1 januarui 1965 op [NOTE Gemeentearchief
Gendringen (1940-1989), jaarrekening 1964, (code -1.842.5), inv. nr. 1763.] .
Nota bene:
- Een gedeelte van de administratie van het Burgerlijk Armbestuur was al meegenomen
bij de inventarisatie van het gemeentearchief over de periode 1811-1940 (Inv. nrs.
1615-1617)
- Een ander gedeelte van de administratie is terug te vinden in de inventaris van
het gemeentearchief (1940-1989), (code -1.842.5), inv. nrs. 1759-1763.
Subjects:
Welzijn en Sociale zorg
Burgerlijk Armbestuur Gendringen
Burgerlijk Armbestuur van Gendringen