Overzicht collectie
Scope and content
Inhoud
Ingekomen brieven van o.a. J.W. Albarda, J. Barents, J.J. Buskes, P.S. Gerbrandy,
P. Geyl, M. van der Goes van Naters, H.T. de Graaf, E.C. Knappert, H. de Man, R. Mees,
O. Noordmans, H. Roland Holst, A.A. van Ruler, W. Schermerhorn, K. Strijd, H.B. Wiardi
Beckman 1928-1970; familiecorrespondentie 1896-1970; stukken betreffende zijn studie
theologie en promotie 1916-1932, verblijf als gijzelaar in Sint Michielsgestel 1942-1943,
predikantschap Sneek 1920-1929, Haarlem 1940-1942 en Naaldwijk 1944-1945, hoogleraarschap
Leiden en Rotterdam 1946-1958, organisatie en cursussen Arbeiders Gemeenschap der
Woodbrookers te Bentveld en Kortehemmen en Woodbrookers te Barchem 1918-1949, overige
cursussen en lezingen 1929-1965, SDAP 1921-1937, Nederlandse Volksbeweging (NVB) 1942-1948;
manuscripten en typoscripten 1931-1965; publicaties over W. Banning 1920-1988.
Record creators history
Biografie
Willem Banning (1888-1971); volgde onderwijzersopleiding aan de Rijkskweekschool
te Haarlem, was actief in de geheelonthoudersbeweging, studeerde theologie aan de
Rijksuniversiteit Leiden, werd na predikantschap in Haarlo en Sneek in 1929 directeur
van de Vereniging Woodbrookers; leidde vanaf 1931 het conferentiecentrum van de Arbeidersgemeenschap
der Woodbrookers te Bentveld; promoveerde in 1931 op Jean Jaurès; vanaf 1931 in het
partijbestuur van de SDAP en van 1935 tot 1937 in het dagelijks bestuur; predikant
te Haarlem vanaf september 1940, zeer kritisch naar Duitse bezetters, als gijzelaar
in Sint Michielsgestel gevangen gehouden mei 1942-december 1943, predikant te Naaldwijk
vanaf februari 1944; betrokken bij oprichting vormingsinstituut Kerk en Wereld en
vervolgens directeur 1945-1953; speelde rol bij oprichting PvdA 1946; hoogleraar kerkelijke
sociologie Rijksuniversiteit Leiden 1946-1958, tevens buitengewoon hoogleraar Rotterdam.
Zie biografische schets in het BWSA .
Processing information
Bewerking
Inventaris gemaakt door Bouwe Hijma in 1998; idem aanvullingen 2009, 2011 en 2020.
System of arrangement
Ordening
In 1988 droeg mevrouw H. van Wirdum-Banning, de oudste dochter van Banning, nadat
zij een biografie van haar vader voltooid had (zie literatuurverwijzing), zijn archief
over aan het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG) te Amsterdam.
Dit is de kern van het archief Banning. Uit de in 1986 en 1990 verworven aanvullingen
op het archief van de Arbeiders Gemeenschap der Woodbrookers zijn sommige stukken
overgebracht naar het archief van Banning, omdat deze stukken, waaronder correspondentie,
duidelijk hadden behoord tot het persoonlijk archief van Banning.
Een eerste ordening van het materiaal was al vóór overdracht aan het IISG door mevrouw
H. van Wirdum-Banning aangebracht. Sporen van haar werk zijn in het archief te vinden,
vaak in de vorm van briefjes met notities over de aard en de inhoud van de stukken.
In het archief zijn ook enkele stukken van Banning's echtgenote aanwezig alsmede van
enkele andere familieleden. Het archief van Banning kent de nodige lacunes. Het archief
bevat vrij veel correspondentie, alsmede manuscripten en aantekeningen die Banning
raadpleegde bij het schrijven van artikelen en het voorbereiden van lessen en lezingen.
Maar het archief bevat bijvoorbeeld weinig stukken over Banning's activiteiten binnen
de SDAP en over zijn betrokkenheid bij de oprichting van de PvdA. Derhalve is het
om een goed beeld te krijgen van de diversiteit van leven en werken van Banning noodzakelijk
ook andere archieven te raadplegen. In eerste instantie komt daarvoor het archief
van de Arbeiders Gemeenschap der Woodbrookers in aanmerking. De inventaris van dit
archief is ook in deze Werkuitgave opgenomen. In tweede instantie bevatten ongetwijfeld
de archieven van de SDAP en de PvdA de nodige aanvullende informatie. Foto's en ander
beeldmateriaal, afkomstig van Banning, zijn overgedragen aan de afdeling Beeld en
Geluid van het IISG.
Conditions governing access
Preferred citation
Aanbevolen citeerwijze
Archief Willem Banning , inventory number ..., International Institute of Social
History, Amsterdam
Extent
4.75 m. meter
Other descriptive information
VOORWOORD
In deze Werkuitgave zijn de inventarissen opgenomen van de archieven van de Arbeiders
Gemeenschap der Woodbrookers (AGW) en Adriaan van Biemen alsmede van het archief van
Willem Banning. Besloten is deze inventarissen in één band uit te brengen omdat de
levens van Banning en Van Biemen en derhalve ook hun archieven nauw verbonden zijn
met de Arbeiders Gemeenschap der Woodbrookers, waarvoor zij zich jarenlang hebben
ingezet.
De Werkuitgave begint met de inventaris van de archieven van de Arbeiders Gemeenschap
der Woodbrookers en Adriaan van Biemen. Deze inventaris heeft een gezamenlijke inleiding
en een doorlopende nummering.
In het tweede deel van de Werkuitgave volgt de inventaris van het archief van Willem
Banning. Deze inventaris heeft een afzonderlijke inleiding op het leven en het archief
van Banning en kent een eigen nummering.
Achter deze inventarissen volgt een index op het geheel en deze index verwijst naar
de paginanummers.
De Arbeiders Gemeenschap der Woodbrookers, die enkele jaren geleden de landelijke
omgeving van Bentveld heeft verruild voor de Amsterdamse Keizersgracht en na opheffing
van de oude vereniging is opgegaan in de nieuw opgerichte vereniging `De Rode Hoed',
was zo vriendelijk de ordening van de archieven financieel te ondersteunen.
Amsterdam, oktober 1998
Uitgebreide biografische schets van Willem Banning
Willem Banning werd op 21 februari 1888 in Makkum geboren als oudste zoon uit het
huwelijk van Jan Hermanus Banning , visser en timmerman, en Aafke Canrinus, dochter
van de koster van de Ned. Herv. Kerk. Toen Willem de (openbare) lagere school bijna
doorlopen had, besloten zijn ouders op advies van de onderwijzers dat Willem verder
zou leren en naar de kweekschool zou gaan. In 1903 slaagde hij voor het toelatingsexamen
van de Rijkskweekschool in Haarlem, bijgenaamd `De Bak', en verliet hij het ouderlijk
huis.
Al snel werd Banning actief in organisaties van kwekelingen en in de beweging voor
geheelonthouding (drankbestrijding). Van de in 1906 opgerichte landelijke Kweekelingen
Geheel Onthouders Bond (KGOB) werd Banning secretaris, evenals van de Haarlemse Kweekelingen
Geheelonthouders Vereeniging . Op het congres in 1907 werd Banning gekozen tot redacteur
van De Kweekelingen-Bode (Kah-Béh). Dit bleef hij ruim een jaar, daarna werd hij gekozen
tot voorzitter en propagandist van de in 1908 opgerichte `Vereeniging van Nederlandsche
Kweekelingen en Oud-Kweekelingen'. Hierin bleef hij actief tot omstreeks 1914.
Zijn eerste baan kreeg hij in 1907 als gouverneur van een notariszoon te Hoorn. Dit
liet hem veel vrije tijd die hij wijdde aan bovengenoemde verenigingen, terwijl hij
geleidelijk tot het besluit kwam theologie te gaan studeren. In 1909 zat zijn werk
in Hoorn er op en na een kort intermezzo in Sloten ging hij aan de slag als onderwijzer
aan de openbare lagere school in Nieuwendam, waar hij tot september 1911 zou blijven.
In 1913 deed Banning het eindexamen gymnasium. In deze jaren leerde Banning ook zijn
toekomstige vrouw kennen. Henriëtta (Han) Johanna Wilhelmina Schoemaker was op 10
januari 1889 geboren in Broek in Waterland en werd onderwijzeres, eerst in Landsmeer
en vanaf 1910 in Wormerveer, waar zij bleef tot hun huwelijk op 9 oktober 1915. In
september 1913 ging Banning theologie studeren aan de Rijksuniversiteit in Leiden,
het centrum van de `Moderne Theologie', waar vooral P.D. Chantepie de la Saussaye,
K.H. Roessingh en W.B. Kristensen zijn leermeesters waren. Vier jaar later, op 18
november 1917, werd Banning bevestigd als predikant in Haarlo in de Achterhoek.
Banning had in 1916 zijn eerste contacten gelegd met de Woodbrookers in Barchem en
nu hij in de buurt predikant was geworden, werden die contacten geïntensiveerd. In
december 1908 was de `Vereeniging Woodbrookers in Holland' opgericht als reünistenclub
van vooral theologen, die een periode van enkele maanden hadden doorgebracht in het
Woodbrooke Settlement van de Engelse Quakers bij Selly Oak in de buurt van Birmingham.
Banning en zijn vrouw volgden in de zomer van 1916 voor de eerste keer een cursus
in Barchem en werden kort daarna lid van de vereniging. In deze jaren in Haarlo was
Banning niet alleen in Barchem actief. Ook bleef hij lezingen houden voor groepen
en organisaties als De Blijde Wereld, het Religieus Socialistisch Verbond, de Nederlandse
Protestanten Bond, de Vrijzinnig Christelijke Studenten Bond, de Sociaal-Democratische
Arbeiderspartij en verschillende takken van de Geheelonthoudersbeweging. In 1920 vertrok
Banning naar Friesland en werd hij predikant in Sneek, waar nadrukkelijk een socialistische
`rooie dominee' gezocht was. Behalve in zijn standplaats was Banning in deze jaren
vooral actief binnen de Vereeniging Woodbrookers in Holland en het daaronder vallende
Werkverband van de Arbeiders Gemeenschap der Woodbrookers (AG), waarvan hij in 1919
mede-oprichter was. In 1923 nam hij ook zitting in het bestuur van de moedervereniging,
waarvan hij in 1926 penningmeester werd. De Vereniging Woodbrookers besloot in 1926
op termijn een directeur te benoemen, waarvoor een fonds werd gevormd. Per 1 oktober
1929 werd Banning tot directeur benoemd. Daarnaast ging Banning weer studeren. Eerst
voor zijn doctoraal examen, dat hij zomer 1929 behaalde en daarna voor zijn promotie,
die gestalte kreeg in de dissertatie Jaurès als denker, waarop hij op 22 mei 1931
promoveerde. Zomer 1931 verhuisde het gezin Banning naar Bentveld, waar Banning als
directeur samen met zijn vrouw het conferentiecentrum leidde. Daarnaast werd Banning
hoofdredacteur van het religieus-socialistische weekblad Tijd en Taak dat in oktober
1932 de opvolger werd van De Blijde Wereld .
In 1931 werd Banning ook gekozen in het partijbestuur van de Sociaal-Democratische
Arbeiderspartij (SDAP) en van 1935 tot 1937 maakte hij deel uit van het dagelijks
bestuur. Banning zette zijn mede-partijleden aan tot een ideologisch vernieuwingsdebat
waarbij vooral de ideeën van Jean Jaurès hem inspireerden.
Ook was Banning nog docent aan de School voor Maatschappelijk Werk te Amsterdam,
waar hij lessen over `sociale stromingen' gaf. Maar het goede leerboek ontbrak en
zo verscheen in 1938 van zijn hand Hedendaagsche Sociale Bewegingen.
De dreiging van Nazi-Duitsland en de lotgevallen van de Duitse vluchtelingen in ons
land hielden Banning zeer bezig. Toen de Duitse bezetting in mei 1940 een feit was,
was Banning's oordeel helder. Inmiddels op 8 september 1940 als predikant bevestigd
bij de Vere(e)niging van Vrijzinnige Hervormden te Haarlem, stak hij in zijn preken
zijn mening niet onder stoelen of banken. Op 4 mei 1942 werd Banning als gijzelaar
vastgezet in Sint Michielsgestel, waar hij een actieve rol zou spelen in de discussies
over het na-oorlogse bestel, uiteindelijk resulterend in de oprichting van de Nederlandse
Volksbeweging (NVB). Op 21 december 1943 werd Banning uit gevangenschap ontslagen
op de uitdrukkelijke voorwaarde dat hij en zijn gezin na 10 januari 1944 niet meer
in de provincies Noord-Holland of Utrecht mochten verblijven. Hij kreeg bericht dat
er in het Westland een predikantsplaats vacant was en een oude pastorie leegstond
en zo deed Banning op 6 februari 1944 zijn intrede als vrijzinnig predikant te Naaldwijk.
Na de bevrijding maakte een aantal mensen binnen de Hervormde Kerk onder aanvoering
van Banning zich sterk voor het op korte termijn oprichten van een vormings-, opleidings-
en bezinningsinstituut dat de zich vernieuwende Hervormde Kerk bezieling zou moeten
geven. Dit leidde tot de officiële opening op 20 november 1945 van het instituut `
Kerk en Wereld ' te Driebergen. Banning werd voorzitter van het curatorium en toen
de directeur, dr. J.P. Kruyt in 1947 tot hoogleraar in Utrecht werd benoemd, nam Banning
tijdelijk het directoraat over. Na zijn pensionering in 1953 bleef hij bij `Kerk en
Wereld' betrokken, onder andere door de uitgave van het Handboek Pastorale Sociologie
dat onder zijn leiding verscheen.
Als voorzitter van de `politieke studiecommissie' van de NVB speelde Banning ook
een rol van betekenis bij de fusie van SDAP, Vrijzinnig Democratische Bond en Christelijk-Democratische
Unie die leidde tot de oprichting van de Partij van de Arbeid ( PvdA ) op 9 februari
1946. Banning viel de eer te beurt op het oprichtingscongres de openingstoespraak
te mogen houden. Banning was tot midden jaren vijftig de voornaamste PvdA-ideoloog
maar binnen de sociaal-democratie nam de belangstelling voor ideologie geleidelijk
af en werd het accent meer gelegd op de praktische regeringspolitiek.
Banning was en bleef ook aan de universiteiten actief. In 1946 was hij benoemd tot
buitengewoon hoogleraar in de kerkelijke sociologie aan de theologische faculteit
van de Rijksuniversiteit Leiden. Later volgde een benoeming aan de juridische faculteit
van diezelfde universiteit. In Leiden nam hij afscheid als hoogleraar in 1958. Daarnaast
was Banning in 1953 benoemd tot buitengewoon hoogleraar in de sociologie aan de Nederlandsche
Economische Hoogeschool in Rotterdam, waar hij gedurende twee jaren Fred L. Polak
verving. In 1958 werd Banning zeventig jaar en nam hij afscheid van de universiteit.
Bij gelegenheid van zijn zeventigste verjaardag stuurde hij aan zijn vrienden het
boekje Terugblik op leven en strijd van althans een deel der generatie die idealistisch-jong
was aan het begin der twintigste eeuw toegelicht aan de ontwikkelingsgang van één
hunner. Banning zou in de jaren die nu volgden, nog incidenteel lesgeven en vooral
studeren en publiceren. In de herfst van 1965 werd Banning ernstig ziek. Tijdens zijn
ziekteperiode overleed zijn vrouw op 29 november 1965. Banning zelf herstelde moeizaam
maar de tijd van studeren en publiceren was voorbij. Op 7 januari 1971 overleed Banning.
Literatuurverwijzing
Het is hier niet de plaats om een uitgebreide lijst op te nemen van de publicaties
van en over Banning. Wie zich een eerste beeld wil vormen van leven en werken van
Banning, kan het best beginnen met het raadplegen van de volgende publicaties:
W. Banning, Terugblik op leven en strijd van althans een deel der generatie die idealistisch-jong
was aan het begin der twintigste eeuw toegelicht aan de ontwikkelingsgang van één
hunner. Amsterdam, 1958;
H. van Wirdum-Banning, Willem Banning 1888-1971. Leven en werken van een religieus
socialist. Amersfoort/Leuven, 1988;
Rob Hartmans, `Willem Banning' in Biografisch Woordenboek van het Socialisme en de
Arbeidersbeweging in Nederland. Deel 6. Amsterdam, 1995, pp. 16-23. Zie BWSA.
Keywords
Onderwerpen
Subjects:
Socialist and social democrat parties/Socialist International
Religious movements/Anti-clericalism/Atheism
Geographic names:
Netherlands
Personal names:Albarda, J.W. Barents, J. Biemen, Adriaan van Buskes, J.J. Gerbrandy, P.S. Geyl, Pieter Goes van Naters, Marinus van der Graaf, H.T. de Knappert, Emilie C. Roland Holst, Henriette Ruler, A.A. van Schermerhorn, Willem Strijd, Krijn Wiardi Beckman, H.B.
Corporate names: Arbeiders Gemeenschap der Woodbrookers Nederlandse Volksbeweging (NVB) PvdA SDAP
Genre of the material:
Archival material
Personal names: Adriaan van Biemen Willem Banning
Corporate names: Arbeiders Gemeenschap der Woodbrookers (AGW)
Personal names: Jan Hermanus Banning Jean Jaurès Kruyt
Corporate names: Kweekelingen Geheel Onthouders Bond (KGOB) Haarlemse Kweekelingen Geheelonthouders Vereeniging Sociaal-Democratische Arbeiderspartij Tijd en Taak De Blijde Wereld Sociaal-Democratische Arbeiderspartij Kerk en Wereld Christelijk-Democratische Unie PvdA
Language of the material
Dutch
Record creator
Content provider
Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis
( Cruquiusweg 31 , 1019 AT Amsterdam , Nederland )