Algemeen
In de 13de eeuw werd beoosten de Swadenburgerdam een kerk gebouwd. In 1587 werd Cornelis
Maartensz als eerste gereformeerde (hervormde) predikant beroepen.
Voor de hervormde gemeente was dit in 1937 aanleiding tot herdenking van het 350-jarig
bestaan met een kerkdienst (inv. nrs. 103 en 343). Daarbij werd ook een gedenkboek
uitgegeven (Regt, 1937). Het collatierecht was in handen van de heer van Voshol, een
gebied omvattende Reeuwijk, Zwammerdam en Ter Aar. Mr. E.J. du Marchie van Voorthuysen,
sinds 1862 bezitter, deed in 1876 vrijwillig afstand van zijn recht betreffende de
Zwammerdamse predikantsplaats (inv. nr. 102, zie ook Den Boer, 1982).
Invloeden van de Afscheiding zijn nergens aangetroffen. Er waren wel al in 1864 hulpverenigingen
voor christelijk-nationaal schoolonderwijs te Zwammerdam, Bodegraven en Aarlanderveen.
(Anderhalve eeuw, 1984, p.16). In oktober 1866 vragen "70 zich noemende lidmaten der
gemeente" de kerkenraad met steun van 20 niet-lidmaten om nu de vacature te laten
vervullen door een predikant "die den ganschen Bijbel erkent Gods woord te zijn".
Dit werd door de broeders voor kennisgeving aangenomen (inv. nr. 102, notulen van
9-10-1866). Als predikant kwam daarop de vrijzinnige Willem Mijsberg (Regt, 1937 p.
53/54).
Latent verzet tegen de Moderne richting bleef. Ten tijde van de Doleantie viel een
besluit over hen, die toonden "zich af te scheiden": de bestuurders van de vereniging
"De Kerkelijke Kas" en zij, die zich bij de dolerende gemeente lieten bevestigen of
er hun kinderen deden dopen. De "Vonnissen van den Kerkeraad over doleerenden" werden
op zondag 3 juni 1888 uitgesproken (inv. nr. 132).
Al onder de Republiek had Zwammerdam een Remonstrante gemeente (Van der Aa, 1851)
en was er een Rooms-Katholieke statie Bodegraven - Zwammerdam (Van der Poel, 1917
e.v.). In 1890 b.v. maakten de 792 Hervormden een minderheid uit van de totale bevolking
van 1625 zielen (Regt, 1937, p. 15).
Classicale indeling
In 1587 ging Zwammerdam over van de classis Leiden naar die van Laag-Rijnland. Snel
daarop en nu voor eeuwen naar Woerden en Over-Rijnland. (Regt, 1937, P. 14) In 1816
werd die classis met Leiden en Neder-Rijnland samengevoegd tot een classis Leiden.
Sinds de jongste reorganisatie behoort de gemeente tot de ring en classis Alphen aan
den Rijn.
Territoir
Het kerkgebouw lag in het uiterste noorden van het vroegere burgerlijke Zwammerdam.
Zo woonden veel inwoners van Alphen en Aarlanderveen dicht bij de kerk van Zwammerdam
en veel 'Dammenaren' bij Bodegraven, Reeuwijk en Sluipwijk. Veel zijn de geschillen
én overeenkomsten daardoor (zie b.v. inv. nrs 1, 203 en 204). In 1843 werd er b.v.
"schromelijk misbruik" gemaakt van de toestemming om in Bodegraven catechisatie te
volgen en belijdenis te doen. In Oud-Bodegraven mocht toen naar omstandigheden gehandeld
blijven worden, maar inwoners van de Rijndijk (Straatweg) tot aan de "scheidpaal"
met Bodegraven moesten in elk geval in Zwammerdam zelf belijdenis doen. Aarlanderveen
op de Lage Zijde wilde toen bij Zwammerdam (inv.nr. 101, notulen 25-1-1843) In 1860
gaat dat door. (inv. nr. 342) De Tempel op de grens met Reeuwijk krijgt in 1925 een
evangelisatielokaal met een eigen kerkelijk leven. (Regt, 1937, P.33 en o.a. inv.
nrs. 384 en 459).
In 1958 gaat de Kortsteekterweg kerkelijk naar Alphen en komen de Vinkebuurt en de
Steekterweg bij Zwammerdam. In 196l worden de kerkelijke grenzen met Reeuwijk en Sluipwijk
herzien en wordt het evangelisatiegebouw "Rehoboth" in de Tempel aan Reeuwijk verkocht.
In 1964 wordt de burgerlijke gemeente Zwammerdam verdeeld tussen Alphen a/d Rijn,
Bodegraven, Boskoop en Reeuwijk. (Aan het slot van deze inleiding is ter verduidelijking
een gemeentekaartje uit 1866 opgenomen.) In 1970 gaan 132 doopleden en 72 lidmaten
van de Goudseweg en Oud-Bodegraven naar de hervormde gemeente Bodegraven (inv. nrs.
105, 121 en 138).
Kerkelijke bevolking
Het aantal Hervormden resp. lidmaten was in: ca. 1850 790 en 330 (Van der Aa, 1851),
in 1933 1025 en 350, in 1943 968 en 457, in 1953 1095 en 382 (inv. nr. 465) en in
1981 800 en 260 (inv. nr. 139).
Kerkzegel
De heer W.M.C. Regt herontdekte een oud kerkzegel in de beschrijving van ds E. Laurillard.
Naar aanleiding van die beschrijving tekende hij in 1937 een zegel met het wapen van
de toenmalige burgerlijke gemeente Zwammerdam: een zilveren zwaan op een rode burcht.
Het omschrift luidt: Deus arx nostra (=God is onze burcht) en is zoals erop vermeld
staat uit Psalm 18. De verdere tekst is "Eccl. Sigill. Swammerdam" (=Kerkelijk zegel
van Zwammerdam) (Regt, 1937. p.34).
Kerkelijke bezittingen
- Kerkerente: Dit was een jaarlijkse last op onroerende goederen in Zwammerdam en
omliggende plaatsen ten bate van de kerk van Zwammerdam. Het ontstaan kan worden gezocht
in testamentaire beschikkingen of in overeenkomsten. In de 20e eeuw werd het recht
herhaald en sterk aangevochten. In 1937 stelde de kerkvoogdij afkoop voor na uit het
Algemeen Rijksarchief afschriften van oude akten met vermelding van deze rente verkregen
te hebben. Opmerkelijk was dat o.a. het kerkgebouw van de Remonstrante gemeente met
dit recht t.b.v. de Hervormde gemeente was bezwaard (inv. nrs. 309 en 396).
- Kerk- en Straatwijk: De Kerkwijk (kanaaltje) en de Straatwijk (pad) lagen in het
verlengde van de Kerkstraat tussen de straatweg en de Oude Rijn. Ze werden benut bij
begrafenissen, waarbij de stoffelijke overschotten per schip werden aangevoerd en
men op de opstelplaats een stoet vormde. Dankzij geschillen is er o.a. een 18e eeuwse
kaart van bewaard en blijkt ook uit de stukken het protocol bij het begraven (inv.
nrs. 303 en 397-401).
Kerkgebouw
De gothische kruiskerk dateert uit de 15e eeuw. Het onderstuk van de ingebouwde toren
zou 13e-eeuws zijn en dus nog van de eerste kerk resteren. De huidige kerk is na in
1672 te zijn verbrand opnieuw "op de muren opgetrokken". (Voorlopige Lijst, 1915)
P. 409.) In het Rampjaar kwamen Fransen onder leiding van de hertog van Luxemburg
via de Meije de Rijn over en .lieten naar ontvangen bevel roven, moorden en brandstichten,
eerst te Zwammerdam en vervolgens te Bodegraven.
Dit gebeuren is al snel vaak beschreven. (De Hooghe, 1673 - Quintius, 1673 - Verduijn,
1673 - Van Wicquefort, 1674). Ds A. Hellenbroek (te Zwammerdam van 1683-169I) herdacht
het jaarlijks en twee preken erover bleven bewaard. (Hellenbroek, 1735) Zeker een
eeuw na de ramp verschenen diverse drukken van een schoolboekje dat o.a. zegt, dat
vrouwen in de kerk van geld en "beste kleederen" beroofd werden en daarna ook de kerk
bij de verwoesting niet gespaard werd. (Nieuwe Spiegel, p. 65) Deze oude publicaties
worden reeds lang als propaganda tegen de Fransen gezien in plaats van als zakelijke
verhandelingen. "Men behoeft zig niet van het verachtenswaardige schoolboekje, bekend
onder den naam van "Fransche Tirannij", te bedienen, om de jeugd het haatelijk gedrag
der Franschen van dien tijd in te boezemen. De getrouwste en waarachtigste verhaalen,
zonder haat geschreven, zijn genoeg in staat om hunne onmenschelijke bedrijven met
de zwartste verwen aftemaalen, en daaruit te doen zien, dat hunne woede zig niet alleenlijk
bepaalde aan gebouwen, maar ook aanviel op menschen.." (Kok, 1787, p.622) "Onze propaganda
heeft de wreedheden die Luxembourgs soldaten in Zwammerdam en Bodegraven pleegden,
weldra schromelijk overdreven.
Toch waren de feiten... ernstig genoeg." (Roorda, 1971, p.108) Oude geschriften spreken
ook over een totaal verwoesten van de kerk. "Bij die gelegentheit zijn de huizen ende
kerk jammerlijk verwoest; doch naderhand is alles fraayer als te voren herbouwt; en
de kerk wederom met eenen schoonen en spitzen toren verciert." (v. H., 1719, p.333)
De kerk heet afgebrand en men meldt het 'stichten' van een nieuwe. (Bakker, 1801 -
Van der Aa, 1851 - Hardenberg, 1968) Eerst in onze eeuw wordt gesteld: "We moeten
dus aannemen dat ook de kerk in die ramp heeft gedeeld, ofschoon de bouworde ons naar
een vroeger tijdstip dan 1673 terugvoert. Het waarschijnlijkst dunkt mij dat de muren
zijn blijven staan en bij de herstelling ten nutte zijn gemaakt." (Regt, 1904, p.167)
Later zegt deze auteur nog stelliger, dat de geblakerde muren opnieuw gebruikt zijn.
Inmiddels is dan ook rond 1921 een middeleeuws nisje herontdekt. (Regt, 1937) Thans
resteert ons nog onverwacht veel van voor 1672: de uiteraard gerestaureerde muren
met diverse voorreformatorische nisjes, een losse steen in de kerk met het jaartal
1597, twee Avondmaalsbekers met opschrift "Ghifte aan de kerck van Swaenenburgerdam
van Iacop Ariense Brabander anno 1669" en vele archiefstukken, (inv. nrs. 219, 349,
396-399, 411, 436, 466 en in de collectie DTB inv. nrs. 1 en 5)
Archiefstukken en zilver kunnen ten tijde van de ramp elders verborgen zijn geweest.
Immers: "de Bewooners hadden wel veel van hunne goederen geborgen, en na Gouda vervoert,
maar al het geene ovrigens in de Huizen nog gevonden wierd, geroofd zijnde, wierden
de Huizen in brand gestoken". (Bakker, 1801) Voor de opbouw van de kerk werd subsidie
verkregen van de Staten (Japikse, 1903, notulen dec. 1674) en landelijk gecollecteerd.
(Knuttel, 1915, p. 49 en 131) Van de herbouw bleven losse archiefstukken bewaard:
412-414 en bevatten de jaarrekeningen vele gegevens (inv. nr. 466) Vermeldenswaard
zijn b.v. posten als die van 29 juli 1674 over het schoonmaken van 44.000 stenen voor
fl.22.-.-, van verteringen van de glazemaker in 1676 bij het inzetten van een gebrandschilderd
glas van Rijnland en van in 1676 en 1677 over jaren geïnde achterstallige kerkerente.
In 1833 werd de oude consistorie in het Zuiderkruis verlaten en de deur ervan naar
de kerk dichtgemetseld. In het koor werd een nieuwe consistoriekamer met zolder en
daarlangs een lambrisering gebouwd, (inv. nr. 422) In 1842 bouwden de gebroeders Lohman
naar bestek van W. van Bemmel en D. van Vreumingen - allen te Gouda - de nog aanwezige
galerij met orgel. (inv. nrs. 305 en 423) In 1886 werd de kerk o.l.v. architect J.
Goldberg uit Hazerswoude hersteld, waarbij de buitenmuur werd bepleisterd. (inv. nr.
429) In 1904 werden in het koor oplopende banken beschreven en werd gesteld dat "dit
gedeelte eenige jaren geleeden is aangebracht". (Regt, 1904) Daarbij zal de consistorie
anno 1833 weer verwijderd zijn. Benut werd in het begin van deze eeuw een lokaal tegen
het noorderkruis. In 1921 is het zuidertransept van rommelhok veranderd in een vergaderzaaltje.
(Regt, 1937, P.17) In 1947 wees het Rijksbureau voor de Monumentenzorg vernieuwing
van de ramen af en adviseerde algehele restauratie.
Deze vond plaats van 1948-1957 o.l.v. de architect Piet v.d. Sterre uit Leiderdorp
en de monumentenzorg-ambtenaar C.A. Baart de la Faille. (inv. nr. 434) Buitenmuren
werden ontpleisterd en de consistorie tegen het noorderkruis afgebroken. In toren
en kerkmuren werden volgens de pers 'romeinse moppen' verwerkt van het in de 2e wereldoorlog
verwoeste kasteel te Leersum/Rhenen. Van de toren - eigendom van de burgerlijke gemeente
- verdween helaas de trans met balustrade, die al op oude prenten te zien is. (Vis,
1970) De nu nog aanwezige torenklok, in 1682 gegoten door Gerhard Schimmel, werd in
1689 door o.a. ds Hellenbroek in Amsterdam gekocht ter vervanging van een lichtere.
Gezien de betaling was deze eigendom van kerk, diakonie en ambacht samen. (inv. nr.
414) Een verklaring van b en w van Zwammerdam uit 1957 gaat uit van puur gemeentelijke
eigendom! (inv. nr. 415) Een reglement op het begraven sprak overigens al in 1657
van zowel een grote als een kleine luidklok. Nog tot 1828 werden aparte sommen ontvangen
voor het luiden van kleine klok, grote klok of beide. (inv. nrs 436 en 445).
Wat het interieur betreft zijn vele details bewaard. In 1730 was het verwulfsel"Ligt
Berlijns Blaauw", balken, lijstwerk, korbelen en stijlen "zeegroen" en de "appel van
de roosen zoo van de halve oft heelen" verguld, terwijl de rozetten verder "fermiljoen
rood" waren. (inv. nr. 417) Uit 1680 en 1685 dateren oorspronkelijke' grafzerken.
Verder achtte men het bij de restauratie in de vijftiger jaren passend om de stenen
van het kerkhof als kerkvloer te benutten. Bij de herbouw na 1672 kreeg de kerk gebrandschilderde
ramen. In 1790 resteerden er nog drie van in het koor. Een beschrijving is gepubliceerd.
(Regt, 1937, p. 23). In 1972 werd zo in het raam in het koor een herinnering aangebracht
aan 1672. De huidige kansel, het doophek en enkele antieke banken werden bij de restauratie
rond 1956 voor fl.1500, - gekocht van de Hervormde Kerkvoogdij te Maassluis. Ze moeten
dateren uit 1664, toen de Kleine Kerk daar opnieuw in gebruik werd genomen. Deze kerk
kreeg in de vijftiger jaren juist een bestemmingsverandering en is inmiddels afgebroken.
(Mastenbroek, 1936 en Sigal, 1948 geven informatie over de Kleine Kerk, zie voor de
verhuizing inv. nr. 434) In Zwammerdam vervingen ze een eenvoudige 19e-eeuwse kansel
met lijstwerk en tekst uit 1923 alsmede een toch op c.1675 gedateerd doophek! (Regt,
1937, p.17/18) Een liedbord uit die tijd, dat aan de kansel hing, bleef bewaard en
siert nu de muur ernaast. Het is al met al het enige meubelstuk uit de herinrichtingsperiode
pal na 1672.
De 17de-eeuwse voorlezerslezenaar met het dorpswapen werd op het doophek uit Maassluis
herplaatst. Een in 1762 geschonken koperen bijbellegger met familiewapen voor de kansel
werd in 1956 verruild met een eenvoudiger exemplaar uit Oegstgeest. Dezelfde architect
en monumentenzorg-ambtenaar voerden daar tegelijk een "modelrestauratie" uit. (Van
Krieken, 1959 - zie over hun visies ook: Steensma, 1982).
Nazaten van de schenkster trachtten tevergeefs nadien de ruiling tussen de beide kerkvoogdijen
ongedaan te maken. Eertijds hingen in de kerk wapenborden, waarvan een beschrijving
is gepubliceerd. (Regt, 1937, P. 25-27) In I846 mochten ze worden stukgeslagen en
ten voordele van de kerk verkocht worden, (inv. nr. 425) Onbekend is, wat met het
schilderij gebeurde, dat ooit tegen de torenmuur in de kerk hing. Dit stuk "betrekkelijk
eenige voorvallen op de hofstede Kruydenburg plaats gehad hebbende" over de verzoening
tussen Tromp en De Ruyter onder Willem III verdween in de eerste helft van de 19de
eeuw. (Bakker 1801 en Van der Aa, 1851) Bewaard is verder de kuif van een ambachtsgestoelte
uit de l8de eeuw met de gecombineerde wapens van Voshol en Zwammerdam; hij is in de
Franse tijd slechts kort verwijderd geweest... Voor de restauratie stond deze bank
in het koor, waar ook borden met predikantslijsten hingen. Deze laatste werden met
de restauratie verwijderd, bleven particulier bewaard en zijn recent door zorgen van
kerkvoogden herschilderd en opnieuw aangebracht. In 1951 was voor het gebruik van
de kerk door de Gereformeerden een nieuw doopvont ontvangen, (inv. nr.309, not. d.d.
19-11-1951) In 1908 kwam er nieuw gaslicht en werden van de oude kronen foto's genomen
"om zoo verder met verschillende liefhebbers van oudheden tot een goede verkoop te
komen". (inv. nr. 308, not. d.d. 15-5-1908) Bij de restauratie werd gepubliceerd,
dat ze terechtgekomen waren in het slot te Koblenz. (Dagblad "Rijn en Gouwe" d.d.
30-11-1956, zie inv. nr. 434) De dameskrans schonk in fasen rond 1960 nieuwe kronen
in oude stijl. Foto's van het kerkinterieur voor de restauratie werden gepubliceerd.
(Beunder/Roest, 1975 P. 64 en 67).
Pastorie
In 1798 toonden schout en kerkmeesters nog een kwitantie uit 1678 van het maken van
het "predicantshuys". (inv.nr. 364) In 1921 werd deze aloude pastorie aan de Kerklaan
verkocht, (inv. nr. 452) Voor dat doel werd toen een herenhuis aan de Stationsweg
(Spoorlaan) gekocht. (inv.nr. 453) In 1969 werd dit vervangen door het pand Withenluststraat
5 en in 1972 werd ook dit weer afgestoten, waarna in 1973 het pand Withenluststraat
1 pastorie werd. (inv. nrs. 457 en 458)
Organisatie beheer
Tot 1810 werd het kerkefonds beheerd door de schout met twee (wereldlijke) kerkmeesters.
Op 8 Louwmaand 1810 ontving men een aanschrijving van de landdrost. De administratie
van Willem Brack als schout verviel door overdracht van de kerk aan de kerkelijke
gemeente. Besloten werd de persoon van de schout als "permanent opperkerkmeester en
scriba" te zien.(inv. nr. 302) Na de Franse tijd kwamen er als overal kerkvoogden
en notabelen. Het beheer werd niet aangepast aan de Kerkorde van 1951. Met name in
de 20ste eeuw werden er voor het beheer diverse fondsen geadministreerd, (inv. nrs.486-489).
Verenigingen
Ds Bennink Bolt richtte in 1899 een knapenvereniging op. (Archief Hervormde gemeente
Zwammerdam, inv. nr. 308, not. d. d. 31-5-1899). In 1901 volgde de jongelingsvereniging
"Bid en Werk". Vooral de laatste nam tientallen jaren lang een belangrijke plaats
in binnen de gemeente. Zo werd in 1920 ds Poot beroepen na het "vervullen" van een
lezing voor de jongelingen! (Archief Hervormde gemeente Zwammerdam, inv. nr. 308,
not. d.d. 21-1-1921) .
Begin 1921 mochten "voorstanders der Waarheid" de kerkekamer gebruiken om Gods Woord
te bespreken en nader te onderzoeken; kerkvoogden vreesden wel, dat er een "gezangenkwestie"
uit zou ontstaan, (inv. nr. 308, not. d.d. 21-1-1921) Dit blijkt een Mannenvereniging
te zijn. (inv. nr. 102, not. d.d. 19-10-1921) In 1956 is er een mannenvereniging met
de naam "Ds Abraham Hellenbroek". (inv. nr. 460) De meisjesvereniging "Dorcas" moet
blijkens de viering van het 35-jarig jubileum in 1955 in 1920 zijn opgericht, (inv.
nrs 105 en 603) In elk geval schonken de meisjes de jongelingen al in 1926 een voorzittershamer
met opschrift: "Aan de Chr. Jongel. Ver. "Bid en Werk" 1901 - 1 Nov. 1926 van de Chr.
Meisjes Ver. "Dorcas" ". Deze is nog aanwezig in het verenigingsgebouw. Foto's van
"Dorcas" zijn gepubliceerd. (Beunder/Roest, 1975 P.72 en 8l) Rond 1956 fungeerden
naast Abrham Hellenbroek, Bid en Werk en Dorcas verder het kerkkoor ""Gemeentezang",
de vrouwenvereniging "Martha" en een christelijke jongensklub. (inv. nr. 460) Tot
de recente gezamenlijke Gereformeerd/Hervormde aktiviteiten hoort de Stichting voor
Chr. Jeugdwerk "Second Advent" met diverse clubs.
In 1922 gaf ds Beerekamp de stoot tot de "School met den Bijbel Ned. Hervormd", die
werd ondergebracht in een deel van de openbare school aan de Molenstraat, wat tot
een opmerkelijke splitsing van plein èn ingangspartij leidde. In 1948 werd de Stichting
Hervormde Kleuterschool opgericht. (Beunder/Roest, 1975) Thans functioneert te Zwammerdam
een Vereniging voor Prot. Christelijk Kleuter- en Basisonderwijs.
Archieven
De "Memory of inventaris tgeen gevonden is in de Kerkekist op den 11 Novbr-1762" is
de oudste voorganger van deze inventaris, (inv. nr. 322) In 1838 wilde de kerkelijk
ontvanger de archiefstukken van w.s. alleen de kerkmeesters uit de gemeentesecretarie
halen en zelf opbergen. In I844 gebeurde dit uiteindelijk en de stukken verhuisden
naar één der kasten in de kerkekamer, die ook benut werd door de diakonie. (inv. nr.
305 not. d.d. 3O-11-1838 en 15/22-10-1844) Vanaf het midden van die 19de eeuw werden
meer regelmatig overzichten van de inhoud van de diverse archieven gemaakt. (inv.
nrs 109 en 323) In 1891 bleek dat het kerkvoogdij-archief in de gesloten kasten in
de ruimte achter de kansel "er zeer onoogelijk begint uit te zien en sommige stukken
ver op weg der vergankelijkheid zijn". De gesloten deur moest tralies krijgen en de
ontvanger diende de stukken te luchten, drogen en sorteren, wat hem fl.10 extra loon
gaf. (inv. nr. 308 not. d.d. 13-8-1891 en 20-4-1892) In 1902 bevond het kerkvoogdij-archief
zich echter in een kast in de pastorie, (inv. nr. 316, afschrift brief d.d. 8-4-1902)
In 1906 plaatste de kerkeraad een brandkast in de consistorie voor het nieuwe avondmaalsstel
en "den meest waardelijke stukken van het Archief", (inv. nr. 308 not. d.d. 22-5-1906).
De gemeente-archivaris van Alphen aan den Rijn, W.M.C. Regt, ordende van 1931-1934
het archief van b.v. de Hervormde Gemeente Bodegraven. Bij brief van 7 maart 1935
verzocht de kerkvoogdij van Zwammerdam hem hetzelfde. (inv. nr. 316) Dit mede door
problemen met de inning van de kerkerente. Dit werk vond te Alphen plaats. (inv. nr.
309 not. d.d. 23-5-1935) Om ontstane manco's op te vullen vond kanselafkondiging plaats.
(inv. nr. 103 not. d.d. 15-7-1936) Archiefoverzichten verschenen in handschrift in
1935 en 1936 (inv. nrs. 109 en 323). Hem werd verder verzocht om net als voor Alphen
een gedenkboek te schrijven, dat 75 pagina's ging tellen en in een oplaag van 150
ex. bij Van Brummen te Alphen werd gedrukt.(inv. nr. 309 not. d.d. 16-10-1935 en 24-10-1937,
ook Regt, 1937. Het Gedenkboek zelf bevindt zich in inv. nr. 343.)
Uit 1927 bleef elders een globaal overzicht bewaard (Aanhangsel nr. 12). Tussen dat
jaar en de inventarisatie door Regt in 1935/36 verdwenen: lidmatenregister vanaf 1782,
doopregister 1792-1849, de Handelingen van de kerkeraad 1678-1773 en van de diakonie
een effectenregister uit 1798 en 3 boekjes met jaarrekeningen over 1690-1844. Dit
alles is nog steeds spoorloos.
Na de restauratie van de kerk in de vijftiger jaren kwam het archief in het nieuwe
verenigingsgebouw, waarin echter helaas geen kluis of iets dergelijks was voorzien.
In 1971 kreeg men toestemming om het archief in de "gemeentekluis te Zwammerdam" te
deponeren, (inv. nr. 105 not. d.d. 12-8-1971) Eind 198O bracht J.G.J. van Booma als
landelijk archief consulent van de kerk een werkbezoek. Hij trof een stalen kantoorkast
in de gemeentetoren aan en adviseerde aanschaf van meer brandwerende kasten en beschrijving
van de inhoud in een inventaris. Later leidde dit tot contacten met schrijver dezes,
die eerder dergelijke archieven inventariseerde van Nieuwerkerk aan den IJssel en
Papendrecht. (verschenen in de serie Kerkelijke Archieven nrs 11(1978) en 13 (1979)
van de Archiefdienst Ned. Herv. Kerk te Den Haag) Nader onderzoek bevestigde de conclusie
van de consulent, dat een nieuwe inventaris nodig was.
Volstaan kon niet worden met naast de overzichten van Regt slechts een inventaris
over de periode 1936-c. 198O te maken. Veel van wat hij inventariseerde ontbreekt
inmiddels, terwijl zijn indeling nogal afweek van de latere "Richtlijnen" van genoemde
archiefdienst. Terzijde zij opgemerkt, dat mej. Van Aalst in 1969 een definitieve
inventaris maakte van de archieven van hervormd Bodegraven, eveneens door Regt bewerkt
in de 30-er jaren Zij constateerde in haar inleiding ook, dat zijn arbeid leidde tot
vermenging van stukken van kerkeraad, diakonie en kerkvoogdij. Voorts werden toen
nummers op de stukken zelf vermeld i.p.v. zoals nu op omslagen en hebben bindlinten
materiële schade toegebracht door 'invreten'. Overigens is op onderdelen dankbaar
gebruik gemaakt van het werk van Regt en zal zijn publicatie mede de stoot hebben
gegeven tot behoud en restauratie van de kerk! Ook bij deze inventarisatie is opgeroepen
tot deponeren van afgedwaalde stukken. Tussen 1935 en nu verdwenen: door Regt uitgesplitste
ingekomen stukken 1770-1935, stukken inzake de zondagsschool 1879-1931, de dienst
in de Tempelpolder 1909-1935 en zeer veel materiaal van de diakonie. (zie Aanhangsel
nr. 12)
Archieven van verenigingen ter deponering werden slechts achterhaald van de CJV "Bid
en Werk" en de in 1946 opgerichte jeugdcentrale/-commissie. Wat de hervormde scholen
betreft is hier ook niet naar gestreefd, omdat hun archieven meer thuishoren bij de
opvolgende Vereniging voor Prot. Christelijk Kleuter- en Basisonderwijs. Het mededelingenblaadje
van de Ring Alphen van de Hervormde Kerk bevat sinds 1944 nieuws uit Zwammerdam. Aangezien
slechts enkele losse exemplaren of knipsels bewaard bleven, moet naar dat Ringarchief
worden verwezen.(inv. nr. 138) De in de vorige eeuw door de overheid genaaste Doop-,
Trouw- en Begrafenisregisters van voor 1811 bevinden zich in het Streekarchief Rijnlands
Midden en zijn in deze inventaris op de juiste plaats, maar zonder nummer opgenomen.
Beheer vindt plaats door één persoon overeenkomstig de landelijke regels (Richtlijnen,
198O); gestreefd wordt naar aansluitend deponeren van nieuwere stukken en opname daarvan
in een interne plaatsingslijst.
De in deze inventaris beschreven archieven omvatten 53 standaard-archiefdozen of 6,
1 strekkende meter. Er wordt op geattendeerd, dat de inv. nrs. 129, 225, 492-494,
512 en 513 wegens hun te grote afmetingen los worden bewaard.
Aanhangsel
1 Kerkelijke Courant 4 december 1886 (over Doleantie). 1 katern
2 Uitgaven van Kerkvoogdijverenigingen 1926-1963. 1 omslag
NB - "Het Orgaan" (okt. 1926), "Het Maandblad" (febr. 1929), statuten (1929), jubileumboek
(1950) en blad "De Kerkvoogdij" (febr. 1963) van de Vereniging van Kerkvoogdijen in
de Ned. Hervormde Kerk. - "Het Beheersorgaan" (1929/1931) van de Vereniging van Protesterende
Kerkvoogdijen (nl tegen het Reglement op de Predikantstractementen)
3 Aaneengeplakte foto's van ds L.M. Lobry, c. 1860. 1 stuk
4 Tekst van de preek "Door 't geloof alleen" uit de serie "Van goedertierenheid en
recht" van ds D. Goudswaard te IJsselmonde, 1961. 1 katern
NB - Ds Goudswaard stond nadien te Zwammerdam
5 Circulaire van 45 Hervormden aan de stemgerechtigde lidmaten van de Hervormde Gemeente
te Zwammerdam inzake de verkiezing van een diaken, gestencild 1962. 1 stuk
6 Foto van het interieur van de kerk, gezien naar het westen, voor de resaturatie
uit de 50-er jaren, z.j. 1 stuk
NB Bevindt zich in de ruimte achter de kansel.
7 Exterieur van de kerk in de winter, tekening vanuit het zuiden van R. Brobbel (?)
1937. 1 stuk
NB Bevindt zich in de ruimte achter de kansel.
8 Exterieur van de kerk vanuit het noorden, tekening van G. Hoosbeek, 1946. 1 stuk
NB Bevindt zich in de ruimte achter de kansel.
9 Artikelen "Abraham Hartogh, predikant te Zwammerdam en Sluipwijk" door S.H.R. Verboom
in het "Reformatorisch Dagblad" van 20 en 21 juli 1982. 2 stukken
10 "Uit Rijnstreek en Merengebied", Alphen a/d Rijn 1954. 1 katern
NB Hierin foto van de kerk.
11 "Zo zag Alphen er uit", door A. en J.G. Vis, Alphen a/d Rijn. 1970. 1 deeltje
NB Met afbeeldingen van het kerkgebouw van Dirk Verrijck (ca. 1778), Jan de Beyer
(1749), Cornelis Pronk (ca. 1750) en Nicolaas Wicart (ca. 1780).
12 Inventaris met bijlagen, 1982-1984. 1 omslag
NB - lijst met manco's, gebaseerd op overzichten van de inhoud van het archief uit
1927, 1936 en 1982.
- notitie inzake de lezenaar(s) van de kerk.
- fotokop. van - overzicht archiefinhoud 1927 - kadastraal minuutplan van ca. 1835
- literatuur: Mastenbroek, 1936 - Voorlopige lijst, 1915 - Bakker, 1801 - Regt, 1904
- Hardenberg, 1968.
Literatuur
Alfabetische lijst van in de inleiding verkort aangehaalde werken.
- Van der Aa, 1851 A.A.J. van der Aa, Aardrijkskundig Woordenboek der Nederlanden,
deel 13, Gorinchem 1851.
- Anderhalve eeuw, 1984 Anderhalve eeuw gereformeerden in stad en land, deel 6, Zuid-Holland
noord, Kampen 1984.
- Bakker, 1801 Rs Bakker, De Nederlandsche Stad- en Dorp-Beschrijver, deel VIII, Amsterdam
1801.
- Beunder/Roest, 1975 P.C. Beunder en J. Roest, Zwammerdam op de grens van oud en
nieuw, Bodegraven 1975.
- Den Boer, 1982 A.M. den Boer, De afschaffing van patronaatsrechten, in: De Hoeksteen
1982 nr 3.
- Florijn, 1981 H. Florijn (red.), Hollandse Geloofshelden, Utrecht 1981. (o.a. over
ds A. Hellenbroek)
- v.H., 1719 H. v. H., Oudheden en gestichten van Rhynland, Leiden 1719.
- Hardenberg, 1968 H. Hardenberg, Een nieuwe stad aan de Oude Rijn, Alphen a/d Rijn
1968.
- Hellenbroek, 1735 A. Hellenbroek, Bijbelsche Keurstoffen zijnde een verzameling
van verscheiden teksten des O. en N.T. 180 predikatiën, Amsterdam 1735 (2e druk)
- Romein de Hooghe, 1673 Spiegel der France Tirannije gepleecht op de Hollandsche
Dorpen, 1673
- Japikse, 1903 N. Japikse (ed.), Notulen Staten van Holland 1671-1675, Amsterdam
1903 (Werken Historisch Genootschap 3e serie nr 19)
- Van Krieken, 1959 B.C. van Krieken, De restauratie van het groene kerkje te Oegstgeest,
in: Zuidhollandse Studiën VIII, Voorburg 1959.
- Mastenbroek, 1936 T. Mastenbroek, De Kleine Kerk te Maassluis, in: Zondagsblad van
De Rotterdammer van zaterdag 29/8/1936.
- Nieuwe Spiegel Nieuwe Spiegel der jeugd of Franse Tiranny, Amsterdam z. j.
- V.d. Poel, 1917 H.J. van der Poel, De Statie Bodegraven-Zwammerdam na de Reformatie,
in: Bijdragen tot de Geschiedenis van het Bisdom Haarlem, deel 37, 1917, deel 43,
1925, deel 44, 1926 en deel 46, 1929.
- Quintius, 1673 J. Quintius, Bodegraven en Swammerdam in brandt: waer in te vinden
is de boosaardige wreetheyt en tyranny der vijanden in 167
- Regt, 1904 W.M.C. Regt, De Hervormde kerk te Zwammerdam, in: Leidsch Jaarboekje
1904.
- Regt, 1937 W.M.C. Regt, Gedenkboek t.g.v. het 350-jarig bestaan der Ned. Hervormde
Gemeente te Zwammerdam, Zwammerdam 1937.
- Richtlijnen, 1980 Richtlijnen inzake de zorg voor de archieven der Ned. Hervormde
Kerk, 's-Gravenhage 1980.
- Roorda, 1971 D.J. Roorda, Het Rampjaar 1672, Bussum 1971.
- Sigal, 1948 M.C. Sigal, De drie Maassteden Schiedam, Vlaardingen en Maassluis, Amsterdam
1948.
- Steensma, 1982 R. Steensma, Opdat de ruimten meevieren, Baarn 1982.
- Verduijn, 1673 A.T. Verduijn, Oprecht en historisch verhael, van 't geen voorgevallen
is in Bodegraven en Swammerdam, door 't invallen en doorbreken der Fransen, Amsterdam
1673.
- Van Wicquefort, 1674 De Fransche Tyrannie, voornamelijk Wreetheden te Bodegraven
en Swammerdam gepleegt, Amsterdam 1674.
- Vis, 1970 A. en J.G. Vis, Zo zag Alfen er uit, Alphen a/d Rijn 1970.
- Voorlopige lijst, 1915 Voorlopige lijst der Ned. monumenten van geschiedenis en
kunst, deel III, de Prov. Z-H, Utrecht 1915.